miklikowaska en cameron Flashcards

1
Q

intergroep attituden

A

ontwikkelen als gevolg op de interactie tussen genetische omgevings en situationele factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

is empathie medierende

A

cognitieve empathie NIET

affectieve processen WEL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

common in group identity

A

subcategorieën worden minder benadrukt, gedeelde categorieën worden meer benadrukt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Extended contact

A

houdt in dat het contact indirect is. Dus het contact met een iemand uit een andere etnische/culturele groep is via iemand anders. Denk aan een kindje dat een vriendje heeft die uit dezelfde groep komt, maar het vriendje heeft wel een ander vriendje uit een andere culturele groep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

dual identity

A

etnisch culturele minderheid zich in de samenleving kan identificeren met de eigen groep en de dominante cultuur in de samenleving. Hierdoor ontstaat een minder diepe differentiatie en voelen mensen zich meer ‘wij’ in plaats van ‘wij tegen zij’. Maar kunnen ze ook nog steeds hun eigen overtuigingen en normen en waarden handhaven. Hierdoor voelen ze zich goed opgenomen in de samenleving en meer geaccepteerd met betrekking tot eigen achtergrond. Er is op deze manier meer erkenning naar beide groepen toe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly