migratie red star line Flashcards

1
Q

5 pushfactoren om te migreren

A
  • geen toekomstperspectief
  • geen eigendom
  • schulden
  • onstabiele economie
  • onveilig in de stad
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

pushfactoren

A

redenen om te imigreren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

pullfactoren

A

redenen om te emigreren naar specifiek land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

5 pullfacoren red star line

A
  • grote eigendommen voor kleine prijs
  • nieuwe start, betere toekomst
  • eten en materiaal in overvloed
  • economische stabiliteit
  • woonplaats
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waarom wou men weg uit Europa

A

werkeloosheid, misoogsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

pullfactoren naar amerika

A

het beloofde land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

kostprijs van migratie

A

hoog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

rederij van Red Star Line

A

Canadian Pacific, Nirddeutcher Lloyd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

in welke periode vaarde de Red Star Line

A

1872 - 1934

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

van waar naar waar vaarde de Red Star Line?

A

Antwerpen - New York/Philadelphia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat voor schip was de Red Star Line?

A

stoomschip

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat werd er gecontroleerd als men op de boot stapte,

A

identiteitscontrole, medische controle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe waren de reisomstandigheden voor de 3e klasse?

A

slecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat had de 2e klasse?

A

gewoon stoelen om op te zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat had de eerste klasse?

A

restaurants, kamer,… veel luxe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe lang was men onderweg van Antwerpen naar Amerika?

A

10-12 dagen

17
Q

waar in New York kwamen de boten aan?

A

op Ellis island, niet aan de kust

18
Q

wat gebeurde er op Ellis island?

A

controle van 3e klasse, voornamelijk op de oogziekte trachoom

19
Q

wat als je een ziekte had opgelopen?

A

je werd teruggestuurd of in quarantaine gezet

20
Q

Manhattan

A

economisch centrum NY + central park

21
Q

wie had Manhattan overgekocht?

A

Peter Minuit

22
Q

hoeveel moest Peter Minuit Manhattan kopen?

A

60 gulden

23
Q

uit wat merken we dat Peter Minuit Nederlands was?

A

Nieuw-Amsterdam

24
Q

Wie kocht Brooklyn?

A

Peter Stuyvesant

25
Q

vanwaar komt de naam Brooklyn?

A

Breedweg

26
Q

broadway

A

breedweg

27
Q

Queens

A

Flushing Meadows (US Open) = Vlissingen, Chinatown

28
Q

waar gaan immigranten uit het zelfde land wonen?

A

samen, in elkaars buurt

29
Q

Five points

A

krottenwijk

30
Q

wat was er aan de hand in Five Points?

A

spanningen tussen ‘natives’ en ‘migranten’