middelen voor spijsvertering Flashcards

1
Q

welke 2 groepen zijn er voor maagzuur tegen te gaan ?

A

Protonpompremmers
antacida

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke werking heeft protonpompremmers ?

A

neutraliseren van het maagzuur door productie waterstofionen te remmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke indicaties zijn er voor protonpompremmers in te nemen ?

A
  • gastro duodenale ulcera
  • refluxoesofagitis
  • dyspepsie
  • ulcera geïnfecteerd door helicobacter pylori
  • preventie van ulcera bij gebruik NSAID
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke middelen zijn er voor protonpompremmers ?

A
  • omeprazol
  • pantoprazole
  • nexiam
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke bijwerkingen zijn er voor protonpompremmers ?

A
  • hoofdpijn
  • misselijk
  • diarree
  • braken
  • flatulentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke aandachtspunten zijn er bij protonpompremmers ?

A
  • inname 1 u voor de maaltijd
  • gestegen PH bemoeilijkt de controle positie van maagsonde
  • pletbaarheid controleren indien niet kunnen plekken alternatieve zoeken
  • plots stoppen kan rebound reflux veroorzaken daarom medicatie afbouwen
  • door gestegen ph kan absorptie van ander gm verminderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat doet antacida ?

A

maagzuurbinders
maagwandbeschermers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat doet de maagzuurbinders ?

A

het neutraliseren van het maagzuur door zich er aan te binden buffert het de zure maaginhoud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat doet de maagwandbeschermers ?

A

die geven een beschermlaag aan de oesofagus en de maag
- gaviscon
- neutraliseren het maagzuur door zich eraan te binden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke indicaties zijn er nodig voor antacida toe te dienen ?

A

maag en duodenale reflux
gastritis
refluxoesofagitis
dyspepsie
pyrosis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke middelen zijn er van antacida ?

A

rennie
gaviscon
maalox

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke bijwerkingen kan antacida geven ?

A

obstipatie en diarree

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn de aandachtspunten bij inname van antacida ?

A
  • meerdere innames per dag wegens korte werking
  • inname 1 u voor maaltijd of voor nachtrust
  • tijdsduur tussen inname en andere gm 2u
  • gelijktijdige inname van antacida en gm kan beide gm vertragen of verminderde opname veroorzaken
  • gaviscon bevat veel zout opletten met pt die zoutbeperking hebben
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is de reden dat antacida niet met een ander gm mag gegeven worden en wat is de reden hiervan ?

A
  • als antacida wordt ingenomen met een ander gm kan dit beide gm vertragen of zelf verminderde opname opleveren
  • reden : verandering van ph waarde van maagzuur zorgt voor een veranderde absorptie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn middelen tegen diarree ?

A

probiotica
transinhibiditoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is probiotica ?

A

voedingssupplement met levende bacteriën die darmflora terug herstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat zijn de indicaties voor probiotica te geven ?

A

kinderen ouder dan 12 bij acute diarree
preventie bij ab met breedspectrum met risico op clostridium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat is een voorbeeld van een probiotica ?

A

enterol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat doet een transinhibitoren ?

A

vertraagde de peristaltiek waardoor er meer vocht kan onttrokken worden en daardoor er een vastere consistentie is van de stoelgang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

wat zijn indicaties voor een transinhibitoren ?

A

symptomatische behandeling van acute en chronische diarree
reizigersdiarree

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

wat is een middel van een transinhibitoren ?

22
Q

wat zijn de bijwerkingen van een transinhibitoren ?

A

misselijkheid
droge mond
obstipatie
hoofdpijn
bewustzijnsverlies of coördinatiestoornissen

23
Q

welke soorten laxativa’s zijn er ?

A

zwelmiddelen
osmotische laxativa
contact laxativa
rectale laxativa

24
Q

wat doet een zwelmiddel ?

A

dit is een plantaardige oplosbare vezel die volume van feces in het colon groter maakt en de peristaltiek stimuleert

25
wat is een indicatie voor een zwelmiddel toe te dienen ?
obstipatie
26
welk middel is een zwelmiddel ?
colofiber
27
wat zijn aandachtspunten bij gebruik van zwelmiddelen ?
- inname van min 200ml water - niet liggen tijdens inname
28
wat doet osmotische laxativa?
dit verhoogde de volume vocht in de darmen waardoor feces zachter worden en toeneemt in volume
29
wat zijn de indicaties voor osmotische laxativa ?
obstipatie hepatische encefalopathie : diarree is hier gewenst en moet in stand gehouden worden
30
welke middelen zijn osmotische laxativa's ?
- bifiteral - duphalac - forlax - lactulose - movicol
31
wat is een contactlaxativa ?
verhoogd volume vocht in de darm waardoor feces zachter en verhoogd de peristaltiek waardoor feces zich sneller in het rectum plaatst
32
welke indicaties zijn er voor contactlaxativa?
obstipatie of darmlediging voor operatie of voor onderzoek
33
welke middelen zijn contactlaxativa ?
bisadodil dulcolax bisacodyl
34
wat is de bijwerking van een contact laxativa?
prikkelend effect op de darm
35
wat is een rectaal laxativa ?
dit maakt de feces zachter door water aan te trekken in het rectum daardoor vergroot aandrang tot defeceren
36
wat is de indicatie voor rectale laxativa?
obstipatie fecalomen operatief of voor onderzoek
37
welke middelen zijn er van rectale laxativa?
cleen enema glycerine fagron laxativa microlax
38
wat is de bijwerking bij rectale laxativa ?
irritatie van de rectale mucosa
39
welke middelen zijn er tegen misselijkheid en braken ?
gastroprokinetica serotonine antagonisten
40
wat doet een gastroprokinetica ?
versnellen de maaglediging en brengen peristaltiek terug in normale richting
41
welke indicaties zijn er voor gastroprokinetica ?
- symptomatische behandeling voor nausea en braken - peristaltiek hik ( metoclopramide )
42
welke middelen zijn gastroprokinetica ?
- motilium - primperan - litican
43
wat zijn aandachtspunten bij gastroprokinetica ?
- innemen voor de maaltijd - alcohol vermijden - interactie met andere gm bv ab
44
wat zijn bijwerkingen van gastroprokinetica ?
- slaperigheid en sufheid - obstipatie - diarree
45
wat zijn de aandachtspunten bij motilium ?
niet toedienen bij jonger dan12 jaar - niet toedienen bij ouder dan 60 risico op hartritmestoornissen, hartstilstand
46
wat zijn aandachtspunten bij primperan ?
- niet toedienen bij kinderen jonger dan 18 risico op extra piramidale stoornis
47
wat is een aandachtspunt bij litican ?
niet toedienen jonger dan 18 jaar
48
wat is een serotonine antagonisten ?
- remmen prikkeling van braakcentrum - worden alleen voorgeschreven als prokinetica niet voldoende is
49
wat zijn indicaties voor serotonine antagonisten ?
- symptomatische behandelen van nausea en braken - preventie van nausea en braken * post operatief * chemo therapie * radiotherapie
50
welke middelen zijn serotonine antagonisten ?
zofran emend
51
wat zijn bijwerkingen van serotonine antagonisten ?
- hoofdpijn - warmteopwellingen - obstipatie - hik