middelen bij pijnmedicatie Flashcards

(51 cards)

1
Q

welke 3 trappen zijn er ?

A
  • niet opioide analgetica
  • zwakke opioide analgetica
  • sterke opioide analgetica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat valt er onder de niet opioide analgetica ?

A
  • dafalgan
  • acetylsalicylzuur
  • nsaid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat valt er onder de zwakke opioide analgetica ?

A
  • paracetamol met codeïne
  • paracetamol met tramadol
  • tramadol
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat valt er onder de sterk opioiden analgetica ?

A
  • fentanyl
  • hydromorfine
  • morfine
  • pritrimidale
  • oxycodone
  • buprenorfine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke midden zijn er bij dafalgan ?

A
  • dafalgan
  • paracetamol
  • perdolan
  • algostase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke midden zijn er bij acetylsalicylzuur?

A
  • aspirine
  • aspegic
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke midden zijn er bij NSAID ?

A
  • voltaren
  • ibrufen
  • brufen
  • naproxene
  • nurofen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

bij welke midden van de niet opioide analgetica is er geen antidotum ?

A
  • acetylsalicylzuur
  • NSAID
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is het antidotum bij dafalgan ?

A

acetylcysteïne : bv lysomucil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat gebeurd er als je een overdosering neemt van dafalgan ?

A
  • hepototoxiteit en geelzucht
    zichtbaar na 24 tot 48 u na overdosering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke symptomen ga je krijgen als je een overdosering neemt van acetylsalicylzuur?

A
  • verwardheid
  • koorts
  • respiratoire depressie
  • metabole acidose
  • coma
  • convulsies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wanneer wordt acetylsalicylzuur preventief gegeven ?

A

het is een aggregantia dus kan gegeven worden ter cardiale preventie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke symptomen kan je hebben bij overdosering van NSAID ?

A
  • gastro intestinaal letsel
  • IMA , CVA
  • verminderd bewustzijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

welke medicatie zijn er bij paracetamol codeïne?

A
  • paracetamol en codeïne
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welke medicatie is er bij paracetamol en tramadol ?

A

zaldiar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke medicatie geef je als je tramadol geeft ?

A

tradonal
contramal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

welke bijwerkingen zijn er bij overdosering van sterke opioïde analgetica ?

A
  • miosis : acute overdosering
  • mydriasis : bij respiratoire depressie en zuurstof te kort
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

welk antidotum is er bij sterk opioïden analgetica ?

A

naloxon iv toedienen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

welke medicatie valt er onder buprenorfine ?

A
  • temegic
  • transtec
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

welke medicatie valt er onder fentanyl ?

A
  • fentanyl
  • durogesic
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

welke medicatie valt er onder hydromorfine ?

A

palladone : heeft een vertraagde afgifte

22
Q

welke medicatie valt er onder morfine ?

A

ms direct
ms contin
morfine HCL

23
Q

welke medicatie valt er onder de oxycodon?

A

oxynorm
ocycontin

24
Q

welk medicatie valt er onder piritramide ?

25
welke soorten pijn zijn er ?
- neuropathische pijn - nociceptieve pijn - acute en chronische pijn - oncologische pijn - idiopathische pijn - referente pijn
26
wat is neuropathische pijn ?
- de pijn ontstaat door een primaire beschadiging of dysfunctie van perifere of centraal zenuwstelsel
27
hoe komt u aan neuropathische pijn ?
- door een letsel of gebrekkige werking van de zenuwen - hierdoor ontstaat er een stoornis op in de geleiding van signalen waardoor pijnprikkels kunnen ontstaan
28
wat is nociceptieve pijn ?
- door actieve of dreigende weefselschade die leidt tot activering van de perifere nociceptoren
29
wat zijn nociceptoren?
dit zijn zenuweinden die gespecialiseerd zijn in waarnemen van prikkels die schadelijke invloed hebben op het organisme
30
welke stof komt er vrij bij weefselschade ?
prostaglandines
31
wat doet NSAID en paracetamol met prostaglandines ?
ze grijpen in en dit kan tot pijnreductie lijden
32
wat betekend pijnreductie ?
verminderen van pijn
33
welke 2 soorten van nociceptieve pijn bestaan er ?
- somatisch - visceraal
34
wat betekend somatische nociceptieve pijn ?
- constant , knagend , kloppend , stekend , zeurend , scherp begrensd , gelokaliseerd
35
wat betekend visceraal nociceptieve pijn ?
- veroorzaakt door weefselbeschadiging van interne organen - bv tumoren - diep , knijpend , slecht begrensd gevoel
36
wat is acute pijn ?
pijn die naar mate de weefselschade geneest ook afneemt
37
wat is chronische pijn ?
pijn die blijft duren langer dan 3 maand
38
welke secundaire factoren hebben invloed op chronische pijn ?
- angst - depressie
39
wat is oncologische pijn ?
pijn ten gevolgen van een tumor
40
wat is idiopathische pijn ?
pijn die meer psychische gelegen is bv spanningshoofdpijn
41
wat is referente pijn ?
pijn in een gebied waar de oorzaak niet gelegen is bv botmetastase waarbij de oorzaak prostaatkanker is
42
welke 2 hoofdgroepen heeft analgetica ?
- perifeer werkende analgetica - centraal werkende analgetica
43
wat valt er onder perifeer werkende analgetica ?
medicatie die je vrij kan krijgen bij de apotheek bv paracetamol en NSAID
44
wat kan het gevolg zijn van overdosering van paracetamol ?
leverschade
45
wat heeft dafalgan minder dan NSAID ?
Dafalgan is minder belastend voor de maag
46
welke werking heeft NSAID?
ontstekingsremmend en pijnstillend
47
welke bijwerkingen zijn er bij NSAID ?
irritatie van de maag - vertraagde bloedstolling - remmen nierfunctie
48
bij wat moeten we opletten als we NSAID geven ?
gelijktijdige inname van anti coagulantia
49
50
hoe wordt medicatie genoemt als ze de zelfde werking als morfine hebben ?
opiaatagonisten
51
wat zijn de bijwerkingen van morfine ?
-sufheid -verwardheid -misselijkheid en braken - obstipatie -jeuk -ademdepressie - urineretentie - hypotensie -luchtwegvernauwing