Microscopie Flashcards

1
Q

Resolutie

A

De kleinste afstand waarmee 2 punten nog net gescheiden worden weergegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Immersie

A

fixatie van preparaten d.m.v. onderdompeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Perfusie

A

fixatie van preparaten door het inspuiten van fixatievloeistof in de bloedbaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Paraformaldehyde en flutaaraldehyde

A

vaak gebruikte fixatievloeistoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem 2 vaak gebruikte fixatievloeistoffen

A

Paraformaldehyde en fultaaraldehyde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bespreek de functie van de verschillende lenzen in de lichtmicroscoop.

A

Condensator: zorgt ervoor dat het licht op het preparaat geconcentreed wordt.
Objectief: vormt het tussenbeeld en bepaald grotendeels de vergroting.
Oculair: zorgt voor de vergroting van het beeld (meestal 10x) en voor pjojectie op het netvlies van het oog.
Het preparaat wordt door de lenzen groter en omgekeerd geprojecteerd op oneindig waardoor wij het kunnen zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waardoor wordt de resolutie bepaald?

A

Dit wordt bepaald door de formule: R=λ/NA Hierbij is λ de golflengte, de resolutie is beter bij een kleinere golflengte, dus bij blauwer licht. NA bepaald de kwaliteit van de lens en staat op het objectief. R moet zo klein mogelijk zijn voor de beste resolutie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe wordt een preparaat gemaakt voor de lichtmicroscoop?

A

Eerst wordt het weefsel gefixeerd en nagespoeld. Dan wordt het ontwatert d.m.v. een stijgende alcoholreeks en ingebed in parafine. Dan worden er microtoomcoupes van gesneden van ongeveer 5µm dik. Deze worden opgevangen op een draagglaasje en wordt laten drogen. Het wordt daarna gerehydrateerd om gekleurd te worden. Dit wordt gedaan om contrast te creëren, bijvoorbeeld met een HE-kleuring. H heeft hierbij affiniteit voor zuur materiaal en E voor basisch materiaal. Hierna wordt de coupe opnieuw gedehydrateerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bespreek de fasecontrastmicroscoop

A

Bij deze microscoop wordt het preparaat niet gekleurd. De lichtgolven die door het object heen zijn gegaan op verschillende plaatsen, hebben een verschillende fase. Dat is normaal met het blote oog niet te zien. Daarom wordt deze verandering in fase omgezet in verandering in lichtintensiteit. Deze techniek wordt gebruikt op levende cellen waarvoor kleurstoffen toxisch zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is fluorescentie?

A

Dit is de eigenschap van bepaalde atomen en moleculen om licht van een bepaalde golflengte te absorberen en na korte tijd terug uit te zenden met een langere golflente. De kleur verandert hierdoor dus. De moleculen die dit kunnen heten fluorochromen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn fluorochromen?

A

Dit zijn moleculen die aan fluoriscentie kunnen doen en kunnen dus licht van een bepaalde golflengte absorberen en na korte tijd terug uitzenden met een langere golflengte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe werkt het mechanisme van een fluorescentiemicroscoop?

A

Hierbij zit in de microscoop een dichroïsche spiegel die onder een hoek van 45° staat. Al het fluorescente licht wordt doorgelaten en komt dus in het oog. Het niet fluorescente licht (licht met een korte golflengte) wordt afgebogen door de spiegel zodat er geen verstoring van het beeld optreedt. Dit licht zie je dus niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is immunofluorescentie?

A

Hierbij worden antilichamen opgewekt tegen antigenen en worden deze antilichamen direct of indirect gemerkt met een fluorescente merker. Bij directe immunofluorescentie wordt het antilichaam direct gelabeld met een fluorexcente molecule en deze wordt geconjugeerd met het overeenkomende antilichaam. Hierbij is het fluorescente signaal vaak zwak. Daarom wordt ook vaak de indirecte immunofluorescentie gebruikt. Hierbij wordt een secundair antilichaam gebruikt waarvoor het primaire als antigeen fungeert. Dit secundaire kan geconjugeerd zijn aan het fluoresente label of meerdere bindingsplaatsen hiervoor bevatten. Doordat er veel meer secundaire antilichamen zijn dan primaire zal het fluorescente signaal wat uitgezonden wordt veel sterker zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het voordeel van confocale microscopie tegenover gewone fluorescente microscopie?

A

Bij het bekijken van fluorescente coupes met een normale microscoop bekijk je alle lagen tegelijkertijd. Hierdoor zie je van alle lagen het emissielicht en wordt het beeld wazig. Bij de confocale microscoop is er 1 punt waar het licht wordt uitgezonden en weer opgevangen, en wordt dit puntje scherp weergegeven. Dit puntje kan verplaatst worden in de Z-richting. Zo kan wel de gehele coupe bekeken worden en is het beeld de hele tijd scherp. Deze puntjes heten pin-holes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn pin-holes?

A

Dit zijn de puntjes die je bekijkt met de confocale microscoop. Dit is het punt wat scherp weergegeven wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is confocale laser scanning microscopie?

A

Hierbij wordt met een laser het preparaat puntje voor puntje verlicht. Het duurt erg lang voordat het beeld gemaakt is. Pixel voor pixel worden de x en de y-as afgescand. Ook kunnen er verschillende lagen gescand worden en zo een 3D beeld gemaakt worden. Omdat het maken van een beeldje erg lang duurt kunnen er geen levende weefsels mee bekeken worden.

17
Q

Wat is spinning disk confocale microscopie?

A

Dit is bijna hetzelfde als laser scanning microscopie waarbij pixel voor pixel het preparaat afgescand wordt om een beeldje te vormen alleen dan met veel meer gaatjes tegelijkertijd. Hierdoor kan er een groot stuk tegelijkertijd zichtbaar gemaakt worden. Het gaat dus veel sneller en is ook geschikt voor levend materiaal.

18
Q

Hoe werkt de elektronenmicroscoop?

A

Deze gebruikt elektronen als lichtbron. Doordat de golflengte hiervan veel kleiner is kan er veel preciezere beeldvorming plaatsvinden. Alles moet onder vacuüm gebeuren, anders botsen de elktronen tegen gesmoleculen aan. Elektromagnetische lenzen zorgen dat elektronen kunnen worden afgebogen. De elketronen kunnen op het prparaat botsen en worden gabsorbeerd, verstrooid over een kleine hoek of worden gereflecteerd. Het preparaat moet heel erg dun zijn voor een goed beeldvorming.