Micronutriënten Flashcards
Wat zijn micronutriënten?
Voedingsstoffen die geen energie leveren.
Hieronder vallen bioactieve stoffen als vitamines en mineralen.
Wat is vitaminedeficiëntie en welke soorten zijn er?
Een tekort aan één of meer vitamines.
Er zijn twee soorten:
1. Avitaminose
2. Hypovitaminose
Wat is avitaminose en hypovitaminose?
Avitaminose: de vitaminevoorraad van het menselijk lichaam is volledig uitgeput.
Hypovitaminose: een vitaminetekort, maar er zijn nog geen duidelijke aanwijzingen.
Wat is primaire en secundaire vitaminedeficiëntie?
Primair: komt voort uit een gebrek aan voedsel, of een verkeerde of te eenzijdige voedselsamenstelling.
Secundair: er is voldoende vitamine aanbod, maar er zijn factoren die de opname van vitamines verhinderen, remmen of verminderen.
Wat is hypervitaminose?
Een teveel aan vitamine(s) in het lichaam.
Welke vitamines zijn in vet oplosbaar en welke in water?
Vet: A, D, E en K
Water: C en de B-vitamines.
Wat zijn de functies van vitamine A (retinol)
. speelt een rol bij de overdracht van lichtprikkels
. bij de instandhouding van huid en slijmvliezen, zorgt voor gezond haar en tandvlees
. bestrijdt infecties, een stimulerende werking op het immuunsysteem
. anticarcinogene werking, dus een kankerbeschermende stof. Vooral tegen longkanker. (Carcinoom=kanker)
. rol bij groei en opbouw van botten en gebit
Noem bronnen van vitamine A.
Vitamine A komt voor in dierlijk weefsel.
. boter, margarine, bak en braad producten . eieren ( vooral de dooier) . lever, levertraan en leverpastei . volvette kaas . organen, vooral lever en niertjes . melk en melkproducten
Wat is provitamine A?
Een voorvorm van vitamine A, oftewel bètacaroteen.
Dit komt vooral voor in bladgroenten, wortels, knollen en fruit.
Het lichaam kan slechts 1/12 deel van bètacaroteen benutten. De rest verlaat het lichaam onbenut.
Wat zijn de functies van vitamine D?
. Helpt bij het opnemen van calcium (=kalk) en fosfor uit de voeding
. Zorgt vh vastleggen van onder meer calcium en fosfor in het skelet en gebit tijdens de groei, waardoor deze stevigheid verkrijgen
. na de groei gaat het botontkalking (osteoporose) tegen
Noem bronnen van vitamine D.
. Visoliën en vette vis . Lever en levertraan . Margarine, halvarine en bal&braad producten (worden gevitamineerd) . Eieren, vooral de dooier . Melkproducten
Vitamine D wordt in rijke mate gevormd in onze eigen huid onder invloed van zonlicht.
Functies vitamine E.
. Bevordert de opname van vitamine A en bètacaroteen.
. Vormt samen met een meervoudig onverzadigd vetzuur een complex in celmembranen, waardoor de stabiliteit van de membraansamenstelling wordt gewaarborgd.
. Vormt een antioxidant voor onverzadigde vetzuren
. Belangrijk voor rode bloedcellen en spierweefsels.
Bronnen vitamine E
. Granen, volkorenproducten. . Aardnoten . Plantaardige oliën . Melk . Eieren, vooral de dooier . Groenten en fruit . Dieethalvarine en dieetmargarine
Vitamine K (fylochinon)
Vitamine K wordt grotendeels door ons lichaam gemaakt, nl. uit bacteriën in de dikke darm.
Pasgeborenen kunnen dit niet dus wordt het toegevoegd aan flesvoeding of apart toegediend.
Functies vitamine K
. Stimuleert de bouw van stollingsfactoren. Dit vindt plaats in de lever. Stollingsfactoren zorgen voor bloedstelping.
. Speelt mogelijk een rol in de aanmaak van botten