Metingen Flashcards

1
Q

E-top (cm/sec)
21-49 jaar
>50 jaar

A

21-49 jaar: 72 (44-100)

50 jaar: 62 (34-90)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

A-top (cm/sec)
21-49 jaar
>50 jaar

A

21-49 jaar: 40 (20-60)

50 jaar: 59 (31-87)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
E/A-ratio 
16-20 jaar
21-40 jaar
41-60 jaar
> 60 jaar
A

16-20 jaar: 1.88 (0.98-2.78)
21-40 jaar: 1.53 (0.73-2.33)
41-60 jaar: 1.28 (0,78-1.78)
> 60 jaar: 0.96 (0.6-1.32)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
Desceleratietijd (msec)
16-20 jaar
21-40 jaar
41-60 jaar
> 60 jaar
A

16-20 jaar: 142 (104–180)
21-40 jaar: 166 (138–194)
41-60 jaar: 181 (143–219)
> 60 jaar: 200 (142–258)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
IVRT (msec)
16-20 jaar
21-40 jaar
41-60 jaar
  > 60 jaar
A

16-20 jaar: 50 (32–68)
21-40 jaar: 67 (51–83)
41-60 jaar: 74 (60–88)
> 60 jaar: 87 (73–101)

Duurt steeds langer (32-101)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
A-duur
16-20 jaar
21-40 jaar
41-60 jaar
  > 60 jaar
A

16-20 jaar: 113 (79–147)
21-40 jaar: 127 (101–153)
41-60 jaar: 133 (107–159)
> 60 jaar: 138 (100–176)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

S-top (cm/s) (pulmonaalveneflow)
16-40 jaar (Tov D)
> 60 jaar (cm/s)

A

16-40 jaar: < D-top. De LV kan nog heel goed relaxeren, waardoor de D hoger is dan de S. In de D, heeft de LA een conduitfunctie
> 50 jaar: 61 (51–71)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

D-top (cm/sec)
16-20 jaar
21-40 jaar
> 50 jaar

A

16-20 jaar: > S-top
21-40 jaar: > S-top
> 50 jaar: 38 (28–48)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
S/D-ratio
16-20 jaar
21-40 jaar
41-60 jaar
21-49 jaar
  > 60 jaar

Op de D heeft de LA een conduitfunctie

A
16-20 jaar: 0,82 (0.46- 1.18)
21-40 jaar: 0.98 (0.34-1.62)
41-60 jaar: 1.21 (0.81-1.61)
21-49 jaar: < 1
  > 60 jaar: 1.39 (0.45-2.33)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
Ar (cm/sec)
16-20 jaar
21-40 jaar
41-60 jaar
21-49 jaar
   >50 jaar
  > 60 jaar
A
16-20 jaar: 16 (1–36)
21-40 jaar: 21 (5–37)
41-60 jaar: 23 (17–29)
21-49 jaar: < 35
   >50 jaar: < 35
  > 60 jaar: 25 (11–39)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
Ar-duur (msec)
16-20 jaar
21-40 jaar
41-60 jaar
  > 60 jaar
A

16-20 jaar: 66 (1-144)
21-40 jaar: 96 (30-162)
41-60 jaar: 112 (82-142)
> 60 jaar: 113 (53-173)

Verlengd over de jaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
E-septaal (cm/sec)
16-20 jaar
21-40 jaar
41-60 jaar
  > 60 jaar
A

16-20 jaar: 14.9 (10.1-19.7)
21-40 jaar: 15.5 (10.1-20.9)
41-60 jaar: 12.2 (7.6-16.8)
> 60 jaar: 10.4 (6.2-14.6)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
E-lateraal (cm/sec)
16-20 jaar
21-40 jaar
41-60 jaar
  > 60 jaar
A

16-20 jaar: 20.6 (13.0-28.2)
21-40 jaar: 19.8 (14.0-25.6)
41-60 jaar: 16.1 (11.5-20.7)
> 60 jaar: 12.9 (5.9-19.9)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

E/e’

21 jaar tot >50 jaar

A

< 15

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

A-duur - Ar-duur (msec)
21 - >50 jaar

De A-duur is de duur van de A (MV) dat vanuit de LA naar de LV gaat.

De Ar duur is de duur van de A(PV) wat terugstroomt naar de longen.

A

21 - >50 jaar: >0

Er moet altijd meer naar voren dan naar achteren stromen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

VP (cm/sec)

21 - >50 jaar

A

21 - >50 jaar: >50

17
Q

Wat zijn de kenmerken voor een gestoorde relaxatie?

E/A
IVRT
Desceleratietijd
A-duur
e' septaal
e' lateraal
A
  • E-top lager dan A-top
  • E/A-ratio <1.0
  • Desceleratietijd >220
  • IVRT >110 msec
  • A-duur >= Ar-duur
  • e’ septaal <8
  • e’ lateraal < 10
18
Q

Wat zijn de kenmerken voor een pseudonormaal vullingspatroon?

E/A
IVRT
Desceleratietijd
S/D ratio
A-duur
e' septaal
e' lateraal
A
  • E-top hoger dan A-top
  • E/A ratio 1.0-2.0
  • Desceleratietijd 150-220
  • IVRT 60-100 msec
  • S/D ratio < 1 (D is hoger)
  • e’ septaal < 8.0
  • e’ lateraal <10
19
Q

Wat zijn de kenmerken voor een restrictief vullingspatroon?

E-top
A-top
E/A ratio
IVRT
Desceleratietijd
S/D ratio
A-duur
Ar-duur
e' septaal
e' lateraal
E/e'
A
  • E-top > 120 cm/sec
  • A-top < 30 cm/sec
  • E/A ratio >2.0
  • Desceleratietijd < 140 msec
  • IVRT < 60 msec
  • A-duur is kleiner dan de Ar-duur
  • S/D ratio < 1
  • Ar > 35 cm/sec
  • Ar-duur is >30 ms langer dan de A-duur
  • e’ septaal <8.0 cm/sec
  • e’ lateraal < 10 cm/sec
  • E/e’ > 15
20
Q

Wat zijn de parameters geassocieerd met verhoogde LV-vullingsdrukken?

IVRT
E/A
E-desc
S/D
Ar-duur
E/E'
E/VP
SPAP
LA
visueel LV
A
  • Korte IVRT (< 70 msec)
  • E/A > 2 (vooral bij een verminderde LVEF)
  • E-desceleratietijd < 140 msec
  • S/D <1
  • toegenomen Ar-duur en -amplitude
  • uitbochting atriumseptum naar rechts in systole
  • verminderde LA-ejectiefractie
  • LA-dilatatie (LAVI >= 34 ml/m²)
  • E/E’ >= 15
  • E/Vp >= 2.5 (bij verminderde LVEF)
  • Syst. PAP-druk >35 mmHg