Menselijke invloed zandlandschap Flashcards

1
Q

Op welke plekken ontstonden voornamelijk nederzettingen?

A

Op de lage flanken van stuwwallen, dekzandplateaus en dekzandruggen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke drie voorwaarden stelden middeleeuwse boeren aan bodems voor akkerland en wei- of hooiland?

A

Voor akkeland was een goed ontwaterde bodem belangrijk, voor wei- of hooiland was juist een vochtige bodem belangrijk, en een hoog vruchtbaarheidsniveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe werkte het potstalsysteem?

A

Heideplaggen werden hoog in het landschap gestoken.
Deze plaggen werden in de stal gelegd om bemest te worden.
De plaggen werden daarna lager op de flank verspreid voor de akkerbouw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe ontstonden stuifzanden?

A

Door afplagging van de heidevelden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe wordt een middeleeuwse akker ook wel genoemd?

A

Een es.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat voor bodemsoort verwacht je in een esdek te vinden?

A

Hier verwacht je een xeromorfe zandeerdgrond of enkeerdgrond te vinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een esdek?

A

Een akkerland wat door bemesting met plaggen veel hoger ligt dan de omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is landschapsinversie?

A

Landschapsinversie is omkering van het landschap: Hogere delen komen lager te liggen en lagere delen hoger.
Door afplagging verstuiven hogere delen van het landschap, waardoor deze verlagen.
Lager gelegen gedeelten worden opgestoven met stuifzand en komen hierdoor hoger te liggen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe zien opgestoven bodems eruit?

A

Deze bestaan uit twee bodemsoorten: een zandvaaggrond op een podzolgrond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat voor soort(en) bodem(s) verwacht je bij een opgestoven grond? Benoem de alternatieve benaming.

A

Een xeromorfe zandvaaggrond (duinvaaggrond) op een humuspodzolgrond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat voor soort bodem verwacht je bij een afgestoven bodem?

A

Een hydromorfe zandvaaggrond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn jonge-heideontginningslandschappen en hoe ontstonden ze?

A

Vlakke dekzandplateaus van oud dekzand zijn rond 1900(uitvinding kunstmest) massaal ontwaterd en ontgonnen. Voormalige natte heidevelden met veldpodzolgronden en dopheide zijn nu cultuurpodzols geworden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Op welk deel van een stuwwal kun je oude boerderijen en dorpen vinden?

A

Op de overgang van hoog naar laag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Door welke twee oorzaken wordt heide bedreigt?

A

Door ontwatering door landbouw en door atmosferische depositie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is ruilverkaveling?

A

Boeren gingen percelen ruilen, zodat er grotere, aaneengesloten percelen ontstonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat was het doel van ruilverkaveling?

A

Vergroting agrarische productie

17
Q

Het doel van ruilverkaveling was om de agrarische productie te vergroten dmv:

A

Grotere percelen, intensiever gebruik kunstmest en pesticiden, meer afwatering.