Medische terminologie les 4 Flashcards
Inleiding in de medische terminologie
De afkorting a. staat voor …
slagader
I. De klemtoon bij woorden met twee lettergrepen ligt in de regel op de tweede
II. In het meervoud krijgen woorden die eindigen op -um, als uitgang -a
II is juist, I is onjuist
Het tegenovergestelde van infra- is …
Supra-
Hemogram betekent …
weergave van het bloedbeeld
Cholelithiasis betekent …
galstenen
Cytologie betekent …
Celleer
Habitus is …
Lichaamsbouw
Mucosa is …
Slijmvlies
Permeabel is …
doorlaatbaar
Neuriet is …
uitloper
Vesica is …
blaas
Cochlear is …
Lepel
Tubus is …
Buisje
Copieus is …
overvloedig
Endogeen is …
van binnenuit ontstaan
Immersie is …
onderdompeling
Facies is …
gelaat
Gutta is …
druppel
Ostium is …
Uitmonding
Tensie is…
Spanning
Waarom is kennis van medische terminologie voor een behandelaar vereist?
In de medische wereld moet je om te kunnen communiceren kennis van medische termen hebben.
Waar ligt de klemtoon over het algemeen bij woorden van twee lettergrepen? En bij woorden van drie lettergrepen?
Bij twee lettergrepen ligt de klemtoon meestal op de eerste, bij drie lettergrepen vaak op de eerste.
Wat zijn de uitgangen die altijd de klemtoon krijgen?
Altijd de klemtoon krijgen: -loog, -gie, -trie, -mie, -oom, -taal, -gram, -teit, -fiel.
Waar ligt de klemtoon bij het achtervoegsel -itis?
Bij -itis (ontsteking) ligt de klemtoon op de i: ie-tis.
Wat is de uitspraak van de volgende klanken: oe, ph, eu, ae, ch, c (voor een e of i)?
De uitspraak is: oe = eu, ph = f, eu = ui (behalve aan het eind van een woord), ae = ee, ch = g, c (voor e of i) = s (anders als k), c voor y verschilt.
Wat zijn de drie meervoudsregels?
Meervoudregels: -us = i, -um = a, -a = ae.
Wat betekenen de volgende afkortingen: a., v., art., lig., m., n., gl., aa.?
a. = arteria (slagader)
v. = vena (ader)
art. = articulatio (gewricht)
lig. = ligamentum (bandje)
m. = musculus (spier)
n. = nervus (zenuw)
gl. = glandula (klier)
aa. = arteriae (slagaders)