Medische terminologie les 3 Flashcards
Weefselleer
Tot de basisweefsels behoort niet …
botweefsel
I. Dekweefsel bevat nauwelijks tussenstof
II. Dekweefsel bevat bloedvaatjes
I is juist, II is onjuist
Vetweefsel …
is een vorm van bindweefsel
I. Een weefsel bestaat uit een groep verschillende typen cellen, die samen één functie vervullen
II. Een orgaan bestaat uit een aantal verschillende weefsels samen
II is juist, I is onjuist
Epitheelweefsel heeft cellen met een … vorm en de functie is …
regelmatige, bescherming
Endocriene klieren geven hun product af aan …
het bloed
Excretie betekent …
uitscheiding
I. In losmazig bindweefsel zijn de drie typen vezels ongeveer in gelijke mate aanwezig
II. Steunweefsels zijn altijd goed doorbloed
I is juist, II is onjuist
Collageenvezels zijn …
Sterk
Energieopslag zien we in …
Vetweefsel
I. Kraakbeen heeft geen bloedvaten en een lage stofwisseling
II. Vezelig kraakbeen wordt ook wel glasachtig kraakbeen genoemd
I is juist, II is onjuist
Hyalien kraakbeen …
zit op de gewrichtsvlakken
De symphysis bestaat uit …
vezelig kraakbeen
Botweefsel heeft … doorbloeding en is …
goede, actief
I. Collageenvezels zijn zwaarder dan kalkzouten
II. Spongieus botweefsel zit aan de buitenkant van de botten
I en II zijn beide onjuist
De beenbalkjes in spongieus bot lopen …
in de richting van de druk- en trekkrachten