Medicijnen Flashcards
1
Q
Analbolica
A
Bevordert de opbouw van de uit eiwit bestaande weefsels van het lichaam
2
Q
Anesthetica
A
Verdovende werking
3
Q
Analgetica
A
Pijnstillers, werken op opioïdenreceptoren
4
Q
Antacida
A
Verlicht pijn bij maagzweren, neutraliserende reactie
5
Q
Antibiotica
A
Verzwakt of doodt bacteriën, remt groei
6
Q
Anti-emetica
A
Antibraakmiddelen
7
Q
Antiparasitica
A
Antivlooienmiddel
8
Q
Antipyretica
A
Koortswerend
9
Q
Antitussiva
A
Vermindert hoesten
10
Q
Cardiaca
A
Hartsterkende werking
11
Q
Pulmologica
A
Longen
12
Q
Spasmolytica
A
Vermindert krampen van gladde spiercellen, blokkeert natriumkanalen
13
Q
Spierrelaxantia
A
Ontspanning van de spieren
14
Q
Tocolytica
A
Remt weëen