EBC Algemeen Flashcards
Vier niveau’s
Ceullulair, lokaal, individueel, sociale groep
Homeostase
Meten actuele situatie, vergelijken met normaalwaarden, activeren of remmen van processen tot normale waarde
Een signaalstof kan…
In verschillende cellen een verschillende respons hebben, (super)snel of langzaam werken, op afstand of lokaal werken
Farmaca zijn in te delen op twee manieren
- Roept hetzelfde fysiologische effect op als een endogene verbinding.
- Modificeert het effect van een endogene verbinding
Catechol
Benzeenring met twee OH groepen, zitten in farmaca
Noradrenaline
Niet selectieve agonist voor alfa en beta adrenoreceptoren
Fenylepifrine
Selectieve agonist voor alfa adrenoreceptoren
Salbutamol
Selectieve agonist voor beta adrenoreceptoren
cAMP fosfodiësterase
Breekt cAMP af tot AMP
Profylactisch
Preventief
Farmacodynamiek
Effect van farmacon op het lichaam
Farmacokinetiek
Effect van het lichaam op het farmacon
Soorten receptoren
Intracellulair en membraan receptoren
Intracellulaire receptoren
Nucleiare receptoren, stikstofmonooxidereceptoren
Membraanreceptoren
Ionkanaalgekoppeld, Geiwit gekoppeld, kinase (tyrosine) gekoppeld
Steroïdhormonen
Nucleaire receptoren, invloed op transcriptie
NO receptoren
Guanylaat cyclase, GTP wordt cGMP
Ionkanaal
zenuwstelsel
Inverse agonist
Bindt aan dezelfde receptor als de agonist, maar heeft een tegenovergestelde reactie als die van de agonist
Eiwit van conformatie laten veranderen
Fosforylering (kinase), molecuul laten binden (allosterisch)
Vm
Membraanpotentiaal
Ek
Evenwichtspotentiaal
Invloed
i=g(V-E)
Hyperkalemie
EC kalium is te hoog, depolarisatie
Hypokalemie
EC kalium is te laag, hyperpolarisatie
Hypernatremie
EC natrium is te hoog, depolarisatie
Hyponatremie
EC natrium is te laag, hyperpolarisatie
Absolute refractaire periode
Er kan geen nieuw actiepotentiaal worden, eentje is al onderweg
Relatieve refractaire periode
Een nieuw actiepotentiaal kan worden bereikt, maar deze moet wel veel sterker zijn dan normaal