Med. Microbiologie HC5/6 Flashcards

1
Q

Wat is een antistof

A

Eiwit die bindt aan een epitoop op een antigeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een antigeen

A

Molecuul dat immuunrespons kan opwekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat betekend immuniteit

A

Bescherming tegen ziekteverwekkers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn fagocyterende cellen

A

Cellen die doen aan fagocytose: het omhulsen van cellen met hun membraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn geheugencellen

A

Cellen die geactiveerd worden als er een tweede infectie plaatsvindt van dezelfde soort.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de humorale afweer (welke lymfocyten)

A

Onderdeel van de specifieke afweer, B-lymfocyten spelen hier een belangrijke rol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de cellulaire afweer (welke lymfocyten)

A

Onderdeel van de specifieke afweer, T-lymfocyten spelen hier een belangrijke rol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Functie B cell

A

Verwijderen virussen, bacteriën en toxiden uit lichaamsvloeistoffen en bloed door het herkennen van antigenen en het maken van antilichamen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Functie CD4+ (2)

A

(Th cellen)
MHC2
- Werken samen met B cellen voor het produceren van antilichamen
- produceren cytokinen die onder andere B cellen stimuleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Functie CTL CD8+ (2)

A
Tcyt cel
MHC1
- Binden T cel aan antigeen
- Activeren CTL, deze kunnen target cells aanvallen
- Doden cellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Functie NK cell

A

Betrokken bij ADCC, waardoor ze grotere organismen kunnen aanvallen zoals parasieten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Functie APC + 2 belangrijkste soorten

A
  • Nemen antigenen op en breken het af tot fragmenten

- Dendritische cellen en macrofagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Functie MHC + functie 2 klassen

A
  • Coderen moleculen voor genetische diverse glycoproteïne
  • Klas 1: zorgen dat er geen antilichamen aangemaakt worden die schadelijk zijn voor de host
  • Klas 2: trekken Th cellen aan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Functie geactiveerde macrofaag

A

Verhoogd vermogen om geïnfecteerde cellen en micro-organismen op te ruimen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Primaire immuunrespons

A

Wanneer een individu voor het eerst in aanraking komt met een vreemd antigeen, gaat hij specifieke antistoffen vormen. Het kan twee weken tot zes maanden duren voordat deze antistoffen aantoonbaar zijn. (IgM)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Secundaire immuunrespons

A

Er zijn geheugen cellen gevormd, dit heeft gevolgen voor een tweede besmetting met hetzelfde antigeen. De lymfocyten zullen in staat zijn om in korte tijd een grote hoeveelheid antistoffen te produceren. (IgG)

17
Q

Specifieke afweer

A

de afweer die wordt geactiveerd ter bestrijding van een specifieke ziekteverwekker, met een hoofdrol voor T-cellen en de B-cellen.

18
Q

Aspecifieke afweer

A

stoffen en cellen die zich niet specifiek richten op een ziekteverwekker. Bij dit deel van de afweer zijn de monocyten, neutrofielen en eosinefielen betrokken

19
Q

Wat zijn TLR’s + functie

A

Toll-like receptors

induceren cytokinen die de intensiteit en duur van immuun respons reguleren

20
Q

wat zijn PAMPs

A

pathogen-associated molecular patterns