maw (a) vaardigheden Flashcards
correlatie
samenhang tussen variabelen
onafhankelijke variabele
oorzaak van afhankelijke variabele (aantalurenleren)
afhankelijke variabele
(cijferexamen) variabelen zijn dingen die kunnen veranderen (er zijn drie soorten)
interveniërende variabele
(IQ) variabele die het verband tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele beïnvloedt, maar die niet wordt gemeten
operationaliseren
variabelen zijn niet meteen meetbaar en moeten worden operationaliseren om ze meetbaar, waarneembaar en meetbaar te maken
indicatoren
Met een indicator maak je een variabele meetbaar op een bepaald niveau (opleidingsniveau)
onderzoek fase 1:
vraagstelling. je hoofdvraag formuleren: (in hoeverre…, in welke mate…, hoe…) je baseert je onderzoek op 2 variabele
onderzoek fase 1:hypothese
voordat je je onderzoek begint noteer je je verwachtingen en stel je een hypothese (stelling) op die je in de onderzoek gaat testen: ! hoe meer van (onafhankelijke variabele), des te minder van (afhankelijke variabele).
onderzoek fase 2:
onderzoeksmethode kiezen: interview, experiment, enquête, literatuuronderzoek of observatie
onderzoek fase 2: onderzoek eisen
- betrouwbaarheid: sprake van toeval/ meetfouten
- validiteit: mate resultaten geldig zijn en overeenkomen met de werkelijkheid
- representativiteit
- generaliseerbaarheid: de mate waarin je de resultaten van je onderzoek kunt toepassen op een bredere context
onderzoek fase 3:
informatie verzamelen
onderzoek fase 4:
analyseren en concluderen
politiek heeft verschillende aspecten
- machtsstrijd: strijd voor winnen politiek (debatten voor wetvoorstelling)
- structuur en organisatie: instelling van de overheid gespecialiseerd (landbouw minister)
- beleid: inrichting van de samenleving (maatregelen duurzaam energie)
systeemmodel
Werkt als een machine
Nadruk op eisen, steun, kansen en bedreigingen van omgevingsfactoren
Vier fases:
1: Invoer van eisen, wensen en steun
Denk aan de poortwachters (wie laat wat door?)
2: omzetting:
Omzette van invoer naar besluit. Deze fase kent 3 subfasen: (deze zijn wel een paar keer op het examen gevraagd)
Politieke agendavorming
Beleidsvoorbereiding
Beleidsbepaling
3: Uitvoer: wat komt er uit de machine?
4: terugkoppeling: feedback
barriemodel
Realisatiemacht (mogelijkheden gebruiken om door een barrière heen te gaan)
Hindermacht (mogelijkheden gebruiken om te verhinderen dat een barrière wordt genomen)
4 barrières
1: (h)erkennen van problemen (herkennen politieke partijen de problemen, eisen en wensen van burgers?)
2: afwegen van wensen en verlangens (is het belangrijk genoeg om meteen over te debatteren? Welke urgentie heeft het probleem?)
3: besluitvorming (bepaling van beleid)
4: uitvoering (uitvoering beleid in de praktijk)