Maten van risico betreffende diagnose en prognose Flashcards

1
Q

pre-test information

A

informatie voorafgaand aan een test, bijv. een man kan niet zwanger zijn > geen gevolgen voor post-test informatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

probability

A

de kans dat de ziekte aanwezig is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

odds

A

p/1-p en p = odds/1+odds
Dus stel, 30% kans op coronair lijden > odds = 30/70
- van 0 tot oneindig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

prevalentie

A

zegt iets over hoeveel mensen in de bevolking de aandoening hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

negatieve uitslag

A

een normale scan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

positieve uitslag

A

een abnormale scan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

true positive

A

hebben de ziekte en een positief testresultaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

false negative

A

hebben de ziekte maar een negatief testresultaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

true negative

A

hebben de ziekte niet en een negatief testresultaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

false positive

A

hebben de ziekte niet maar wel een positief testresultaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

conditional probability

A

de waarschijnlijkheid dat een gebeurtenis of uitkomst zich voordoet, gebaseerd op het optreden van een eerdere gebeurtenis of uitkomst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

sensitiviteit test

A

positieve uitslag, bij mensen met de ziekte
TP/(TP+FN)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

true positive rate

A

TP/(TP+FN)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

specificiteit test

A

negatieve uitslag bij mensen die de ziekte niet hebben
TN/(FP+TN)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

false positive rate

A

FP/(FP+TN) of 1-specificiteit = 1- TN/(FP+TN)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

doel test

A

van a-priori kans naar kleinere kans die zo laag is dat je patient een advies mee kan geven wat niet op de eerder vermoedde ziekte slaat, want de patient heeft de ziekte hoogst waarschijnlijk niet