Marx Flashcards

1
Q

historisch materialisme

A

de sociale verhoudingen, recht, moraal, ideologie (bovenbouw) worden doorheen de hele geschiedenis bepaalt door de economische, materiële veranderingen, de productiekrachten en verhoudingen (onderbouw)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is een waar

A

Het is een object dat ze menselijke behoeften bevredigt. Mensen halen dus een nut uit hun gebruik, dus ze hebben een gebruikswaarde. Omdat waren deel uitmaken van maatschappijen waar geruild wordt heeft het dus ook een ruilwaarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is ruil

A

de verschuiving van een waarde van de ene eigenaar naar de andere eigenaar. Voor er ruil kan zijn moeten mensen zichzelf dus zien als eigenaar. (abstract en onnatuurlijk begrip volgens marx)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

geld

A

Geld is een uitzonderlijke waar met een uitsluitende ruilwaarde, maw de gebruikswaarde is gelijk aan de ruilwaarde. Het is een waar in zijn puurste vorm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

verelendung

A

kapitalisten zitten in een continue concurrentiestrijd tegenover mekaar. Ze moeten hun kosten verlagen en winst vergroten. Meerwaarde als ‘enige bron van winst’. Dit met de verslechtering van de fysieke en mentale gezondheid van de arbeiders tot gevolg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

de ontwikkelingswetten van marx

A

1- Aantonen dat bestaan van klassen aan bepaalde historische ontwikkelingsfasen der productie is gebonden
2- Klassenstrijd leidt onvermijdelijk tot de dictatuur van het proletariaat
3- Deze dictatuur zal slechts de overgang zijn tot de opheffing van alle klassen → klassenloze maatschappij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

meerwaarde

A

Door de verkoop van de arbeidskracht van de arbeider. Maar de arbeider produceert op 1 dag meer aan ‘waarde’ dan hij nodig heeft om 1 dag van te leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

verschil tss klassieke economen en Marxistische economen

A

Niet-marxistische economen hebben in hun wetenschap geen plaats voor de notie ‘vervreemding’ of ‘fetisj’. Marktonevenwichten ervaren zij als ‘natuurlijke’ processen. Marx was het daarmee volstrekt oneens.
Wat ‘burgerlijke’ economen natuurlijk/rationeel vinden, is in zijn ogen een redeneerfout die zelf voortkomt uit vervreemding!
Burgerlijke economen schijnen niet te zien dat het kapitalisme een historisch gegroeide maatschappijvorm is die mensen aantast in alle dimensies van hun bestaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly