Malaria algemeen Flashcards

1
Q

Hoe wordt een malaria infectie overgedragen?

A

Anofeles-mug (A. gambiae meest voorkomend)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke omgeving/klimaat is het beste voor de malariamug? (5)

A
  • 18-30 graden (onder de 18 of boven de 30 graden ‘werkt’ de mug niet)
  • Lage gebieden (op grote hoogte kunnen ze niet voortplanten)
  • ’s Nachts actief
  • In het regenseizoen
  • Op het platteland
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie hebben een vergrote kans op malaria infectie?

A

Reizigers van / naar malariagebieden ZONDER adequate bescherming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wie hebben een vergrote kans op een ernstig beloop van een malaria infectie? (4)

A

– Zwangere vrouwen (ook semi-immune zwangeren): verhoogd risico op miskramen
– Jonge kinderen: < 5 jaar hoogste mortaliteit
– Patiënten met HIV/aids
– Miltlozen en functionele asplenie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke factoren werken beschermend tegen malaria? (3)

A
  • Sikkelcelziekte (beschermt tegen P. falciparum)
  • Thalassemie (erytrocytendepletie)
  • G6PD-deficiëntie
    (komt dan ook meer voor in Afrika)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe wordt je semi-immuun? (2)

A
  • Door herhaalde aanvallen (opbouw duurt jaren)
  • Pasgeborenen: 6 maanden immuniteit door Ab’s van moeder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebeurd er als een semi-immuun iemand malaria krijgt?

A

Je krijgt dan een infectie maar hebt het niet door omdat de symptomen mild zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Belangrijk bij de immuniteit tegen malaria

A

Bij > 12 maanden onafgebroken in gebied zonder malariatransmissie verlies je je opgebouwde immuniteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

3 fasen levenscyclus plasmodium

A
  • Exoerythrocytische cyclus (lever)
  • Erythrocytische cyclus (bloed)
  • Sporogonische cyclus (mug zelf)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Stappen in de exoerythrocytische cyclus (4)

A
  1. Mug injecteert sporozoïten in het bloed
  2. Ze gaan de lever in
  3. Een geïnfecteerde levercel ontwikkelt zich tot schizont
  4. Schizont barst open
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Stappen in de erythrocytische cyclus (4)

A
  1. Door de openbarsting treden de trofozoïten binnen in rode bloedcellen
  2. Van immature trofzoite naar mature trofozoite
  3. Van mature trofozoite naar schizont
  4. Schizont barst weer open –> symptomen zoals koorts
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe heten schizonten die niet openbarsten? + wat doen ze?

A

Hypnozoieten, gaat slapen/sluimeren in de lever en kan in een later stadium toch openbarsten want dan weer symptomen geeft (kan jaren duren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bij welke verwekkers worden hypnozoieten gevormd?

A

P. vivax/ovale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat gebeurd er tijdens de sporogonische cyclus (samengevat in 2 stappen)

A
  1. Mug neemt bloed van een besmet persoon en krijgt daarmee gametocyten binnen
  2. Sporotzoieten zitten uiteindelijk in de speekselklieren waardoor ze weer andere mensen kunnen besmetten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Verwekker(s) –> koortsbeloop

A
  • P. falciparum –> grillig
  • P. vivax / ovale –> derdedaags koorts (aanval elke 48h)
  • P. malariae / P. brasilianum –> Vierdedaags koorts (aanval elke 72h)
  • P. knowlesi –> Dagelijkse koorts
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke verwekker geeft de ‘ergste’ malaria infectie (meeste complicaties en mortaliteit)

A

P. Falciparum (malaria tropica)

17
Q

Hoelang is de incubatietijd?

A

Na beet 10-14 dagen tot symptomen
Variërend van 7 dagen (P. falciparum) tot enkele weken (P. malariae)

18
Q

Waardoor kun je een uitgesteld aanval krijgen? (2)

A
  • Profylaxe
  • Hypnozoieten
19
Q

Symptomen ongecompliceerde malaria (5)

A

Koorts/griepachtige verschijnselen
- Zweten
- Hoofdpijn
- Koorts (40-41 graden)
- Spier- en rugpijn
- Misselijkheid en braken

20
Q

Wanneer kan het eigenlijk nooit malaria zijn?

A

Als iemand binnen 7 dagen klachten krijgt

21
Q

Mechanisme P. falciparum (4 stappen)

A
  1. Maakt een ‘plakkerig’ eiwit dat het oppervlak van de RBC
    bedekt
  2. Klontvorming
  3. Verstopt bloedvaten
  4. Orgaanfalen (eventueel fatale afloop)
22
Q

Verschil p. falciparum en andere verwekkers?

A

P. falciparum komt in alle erythrocyten voor (onrijp en rijp) terwijl de andere alleen in de rijpere bloedcellen voorkomen

23
Q

Symptomen ernstige malaria (6)

A

*Cerebrale malaria: abnormaal gedrag, convulsies, coma
*Ernstige anemie
*Trombocytopenie
*Hypotensie door cardiovasculaire collaps
*Acuut nierfalen (vaatocclusie)
*Hyperparasitemie: > 5%

24
Q

3 fasen malaria aanval

A
  • ‘Cold stage’: spierstijfheid, 15-60 min
  • ‘Hot stage’: hoge T (40-41°C), 2-6 uur
  • ‘Wet stage’: excessief zweten, uitputting, 2-4 uur
25
Q

Hoelang kan de eerste aanval aanhouden?

A

Weken

26
Q

Hoe treedt een malaria aanval op?

A

Eerst irregulier en daarna gaat het synchroniseren met de erytrocytaire cyclus (behalve P. falciparum) –> uiteindelijk dooft de aanval uit

27
Q

Diagnostiek malaria

A

Dikke-druppelpreparaat –> er wordt bepaald in welke mate EN welke soort Plasmodium aanwezig is