Maatschappij Flashcards
Soevereiniteit
Het exclusieve recht van een staat om zonder inmenging van buitenaf beslissingen te nemen
politiek
Het maken van keuzes waaraan alle burgers in een staat gebonden zijn
algemeen belang
zaken die voor veel mensen belangrijk en nuttig zijn
Directe democratie
Een bestuursvorm waarbij het volk vertegenwoordigers kiest die de beslissingen nemen en aan de bevolking verantwoording moeten afleggen over hun beleid
parlementair stelsel
Representatieve democratie waarbij de bevolking via verkiezingen een volksvertegenwoordiging kiest, het parlement
constitutionele monarchie
Een staatsvorm waarin de taken en bevoegdheden van het staatshoofd in de Grondwet zijn vastgelegd.
Presidentieel stelsel
Representatieve democratie waarin de bevolking niet alleen het parlement, maar ook het staatshoofd kiest.
Parlementaire democratie
Een democratie met een parlementair stelsel.
Dictatuur
De meest vergaande vorm van een autoritair regime, waarin inwoners vrijwel rechteloos zijn..
Autoritair regime
Een bestuursvorm waarbij alle macht in handen is van één persoon (dictator), een familie, een kleine groep mensen, een partij of militairen.
Censuur
Overheidscontrole van de media en kunstuitingen.
Ideologie
Een samenhangend geheel van ideeën over de mens en de gewenste inrichting van de samenleving.
Politiek links
Een politieke ideologie die een actieve overheid wil om de ongelijkheid tussen mensen te verminderen.
Politiek rechts
Een politieke ideologie die de nadruk legt op eigen verantwoordelijkheid en zo min mogelijk bemoeienis van de overheid op sociaaleconomisch gebied wil.
Politieke midden
Een politieke ideologie die zowel linkse als rechtse standpunten heeft.
Liberalisme
Politieke stroming die de vrijheid en eigen verantwoordelijkheid van burgers centraal stelt en streeft naar een terughoudende overheid.
Socialisme
Politieke stroming die streeft naar vermindering van sociale ongelijkheid door een actieve rol van de overheid.
Communisme
Vorm van socialisme, waarbij gelijkheid bereikt zou worden door revolutie te ontketenen bij de arbeiders en kapitaal collectief bezit te maken.
Sociaaldemocratie
Vorm van socialisme die gelijke kansen benadrukt en streeft naar een sterke rol van de overheid om gelijkheid tot stand te brengen.
Confessionalisme, christendemocratie
Politieke stroming die zich baseert op het christelijk geloof en uitgaat van een organische staatsopvatting met bijpassende waarden als naastenliefde en saamhorigheid.
Ontideologisering
Het verdwijnen van ideologie als leidraad voor hoe de samenleving moet worden ingericht.
Ecologisme
Politieke stroming die de zorg voor de aarde centraal stelt waarbij het bestrijden van de klimaatcrisis en beschermen van het milieu voorop staan.
Populisme
Politieke stijl die de stem van het volk wil laten horen en zich keert tegen de elite.
Progressief
Vooruitstrevend zijn en de maatschappij willen veranderen.
Conservatief
Behoudend zijn en benadrukken wat al is bereikt.
Reactionair
Op sociaal-cultureel gebied terug willen naar de situatie van vroeger.
Kosmopolitisch
Het land is onderdeel van een groter, geglobaliseerd geheel, waarin we onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
Nationalistisch
Het eigen land en de eigen identiteit moeten afgeschermd en beschermd worden tegen invloeden van buitenaf.
Politieke partij
Een groep mensen met globaal dezelfde ideeën over een ideale samenleving.
One-issue partij
Partij die één specifieke doelgroep vertegenwoordigt of vooral naar één aspect van de samenleving kijkt.
Niet-democratische partij
Partij met standpunten die in strijd zijn met de rechtsstaat.
Zwevende kiezers
Kiezers die niet bij elke verkiezing op dezelfde partij stemmen.
Actief kiesrecht
Het recht om bij verkiezingen een stem uit te brengen.
Passief kiesrecht
Het recht om verkiesbaar te zijn.