Luchtdrukte deel 2 Flashcards
Isotherm
Een lijn op de kaart die punten met dezelfde temperatuur verbindt
Warmtecapaciteit
Vermogen om energie in de vorm van warmte op te slaan
Zeestromen
Bewegingen van grote massa’s water in oceanen en zeeën
Temperatuursschommeling
Het verschil tussen de minima en maxima temperatuur
Absolute vochtigheid
De totale hoeveelheid waterdamp in de lucht op een bepaald moment, bij een bepaalde temperatuur (g/m3)
Relatieve vochtigheid
De verhouding tussen de aanwezige waterdamp bij een bepaalde temperatuur en de maximale hoeveelheid waterdamp bij dezelfde temperatuur (%)
Dauwtemperatuur
De temperatuur waarbij de condensatie bereikt wordt
Een front
Een overgangszone tussen verschillende soorten lucht, bv koudere en warmere of drogere en vochtige lucht
Occlusiefront
Wanneer een warmtefront wordt ingehaald door een koufront
Scheiding tussen koele lucht ervoor en koudere lucht erachter
Warmtefront
Voorste begrenzing van warmere lucht
Koufront
Voorste begrenzing van koudere lucht
Frontale depressie
Lagedrukgebieden waaraan één of meerdere fronten vasthangen
Luchtdruk
Gewicht van een massa lucht op een opp, uitgedrukt in hpa
Hoogedrukgebieden, maxima, anticyclonen
Gebieden met relatief hoge luchtdruk
Lagedrukgebieden, minima, depressie
Gebieden met relatief lage luchtdruk
Isobaren
Lijnen die punten met eenzelfde luchtdruk verbinden
Luchtsoort
Luchtmassa die vrij homogeen is qua temperatuur en vochtigheidsgraad
Globale circulatiepatroon
Gemiddelde patroon van de luchtdrukgebieden en winden op Aarde
Thermische drukgebieden
Luchtdrukgebied dat ontstaat door temperatuursstijging/daling
Dynamische drukgebieden
Luchtdrukgebied dat ontstaat door bewegende luchtmassa’s
Thermisch lageluchtdrukgebied
L dat ontstaat door opwarming van onderste lagen
Equatoriale minimum
L in de buurt van de evenaar
Thermische hogedrukgebied
H dat ontstaat door afkoeling van onderste luchtlagen
Polaire minimum
H in de buurt van de polen
Subtropisch maximum
H dat zich in de subtropen bevindt ong 30° N/S
Passaten
Een wind die waait tussen de subtropische maxima en equatoriale minima
Subpolaire minimum
L dat zich rond 60° N en S bevindt
ITCZ
Intertropische convergentiezone, gordel van equatoriale L waar NO en ZO passaten samenkomen
Convectieregen
Neerslagtype dat ontstaat door sterkte opwarming van het aardoppervlak, waardoor warme en vaak vochtige lucht stijgt
Aardrevolutie
Beweging van de Aarde rond de Zon
Stuwingsneerslag/orografische neerslag
Neerslagtype dat ontstaat door botsing van luchtmassa tegen een gebergte. Lucht wordt verplicht om te stijgen en zal afkoelen.
Regenschaduw
Gebied achter een gebergte tov overheersende windrichting. Weer vaak zonnig en droog