LP 4 Flashcards
Hoe is een neuron opgebouwd?
Dendrieten die naar een cellichaam met een nucleus lopen. Vanuit het cellichaam vertrekt een axon die eindigt in de synaps. Rond deze axon kan een myeline schede liggen.
Welke drie termen gebruiken we bij signaaloverdracht tussen twee neuronen?
Het pre-synaptisch neuron is het eerste neuron die de prikkel zal sturen naar het post-synaptisch neuron (de ontvangende cel). De plaats waar de synaps van het pre-synaptisch neuron en de dendrieten van het post-synaptisch neuron samenkomen noemen we het ganglion. Dit is een knooppunt van neuronale verbindingen.
Welke neuronen kunnen we onderscheiden op basis van hun vorm?
Unipolair: één axon, geen echte dendrieten (cellichaam licht aan uiteinde)
Bipolair: één axon en één dendrietische uitloper (cellichaam in het midden)
Multipolair: één axon en twee of meer dendrieten (normale voorstelling)
Pseudo-unipolair: dendriet en axon zijn niet van elkaar gescheiden door een cellichaam
Anaxonisch: axon kan niet onderscheiden worden van de dendrieten
Welke types neuronen kunnen we onderscheiden op basis van hun functie?
- afferente/ sensorische neuronen: sturen info naar centraal zenuwstelsel
- efferente/ motorische neuronen: informatie naar doelcellen
- schakel-/interneuronen: liggen tussen afferente en efferente neuronen
Wat is myeline?
Het is een vetrijke stof die zorgt voor isolatie rondom axonen. Hierdoor vindt er snelle impulsoverdracht. De insnoeringen noemen we de knopen van Ranvier. Het signaal kan van het ene knooppunt naar het andere springen.
Wat is het verschil tussen witte stof en grijze stof bij myeline?
Witte stof is rijk aan gemyeliniseerde axonen en grijze stof is rijk aan zenuwcellen en korte axonen.
Ruggenmerg: grijze stof ligt centraal en is omgeven door witte stof
Hersenen: witte stof ligt centraal en is omgeven door grijze stof (omgekeerd)
Uit welke twee grote delen bestaat het zenuwstelsel?
- centraal zenuwstelsel: hersenen + ruggenmerg (omgeven door benige bescherming)
- perifeer zenuwstelsel: alles daarbuiten; vormt een verbinding van en naar weefsels, organen en de buitenwereld naar het centrale zenuwstelsel (31 paar spinale zenuwen, 12 paar craniale zenuwen, 2 grensstrengen)
In welke twee dingen kunnen we het perifere zenuwstelsel nog indelen?
- autonome zenuwstelsel = niet controleerbaar
- somatische zenuwstelsel = controleerbaar (interacties met de buitenwereld die we zelf sturen)
Waarin kunnen we het autonome zenuwstelsel nog indelen?
- sympatisch zenuwstelsel
- parasympatisch zenuwstelsel
- enterisch zenuwstelsel
Welke bewegingen vallen er binnen het somatisch zenuwstelsel?
Bewuste reacties (via de hersenen) en reflexen (via het ruggenmerg)
Wat komt langs waar in het ruggenmerg?
Sensorische/ afferente neuronen komen binnen langs de dorsale wortel en efferente/ motorische neuronen vertrekken uit het ruggenmerg langs de ventrale wortel.
Hoe zien in het somatisch zenuwstelsel de afferente en efferente neuronen er uit?
Afferente neuronen: heel lange dendrieten, cellichaam ligt vlak bij het centrale zenuwstelsel
Efferente neuronen: lange axonen, cellichaam in centrale zenuwstelsel
Langs waar komen spinale zenuwen uit de ruggengraat?
Foramen intervertebrale
Wat is een plexus?
Een vlechtwerk van zenuwen
Wat kan je zeggen over de twee (bekendste) onderverdelingen van het autonoom zenuwstelsel?
- Sympathicus: korte pre-ganglionaire vezel (gemyeliniseerd) en lange post-ganglionaire vezel; fight or flight
- parasympathicus: lange pre-ganglionaire vezel (gemyeliniseerd) en korte post-ganglionaire vezel; rest and digest