Losse woordjes Flashcards
1
Q
langfristig
A
lange termijn
2
Q
neidisch
A
jaloers
3
Q
zumal
A
aangezien / met name
4
Q
schüren
A
oproeren / opstoken
5
Q
üblichen
A
gebruikelijke
6
Q
reizen
A
irriteren
7
Q
verfassen
A
schrijven
8
Q
dauerhaftes
A
permanent
9
Q
vorbehalten
A
reserveren/ gereserveerd
10
Q
prägen
A
vormen
11
Q
ausreichend
A
voldoende
12
Q
gelingen
A
slagen
13
Q
zusätzlich
A
aanvullend
14
Q
entweder
A
of (maar beter te zien als either. Either this or that. Entweder dies oder das.)