Longkanker Flashcards

1
Q

soorten niet-kleincellig longcarcinoom

A
  • plaveiselcel
  • adeno
  • grootcellig
  • adenosquameus
  • gecombineerd
  • carcinoïd
  • speekselklier
  • overige typen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

kleincellig carcinoom

A
  • 15-20% van de bronchuscarcinomen, dus meestal ook centraal in de long
  • aggressief, slechte prognose
  • diagnose ook vaak pas laat dus al uitgezaaid
  • sterk gerelateerd aan roken
  • verdubbelingstijd 30 dagen
  • gaan uit van neuroendocriene cellen in de bronchus en bronchioli
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe metastaseren kleincellige longcarcinomen?

A

als eerst naar lymfeklierstations in de hilus van de long

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

behandeling kleincellig longcarcinoom

A

met intensieve chemotherapie, nog geen bewijs voor effectiviteit van immunotherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

paraneoplastisch syndroom

A

komt vaak voor bij kleincellig longcarcinoom; uit zich in hypercalciëmie (tumor produceerd TSH) en hypertrofische osteoartropathie (syndroom van Marie-Bamberger)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hypertrofische osteoartropathie

A
  • veroorzaakt clubbing en periostitis van de kleine handgewrichten en elleboog
  • het kan ook dat de tumor ACTH-producerend is, dan symptomen gelijk aan cushing syndroom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

histologisch beeld kleincellig longcarcinoom

A
  • kleine cellen, zonder opvallende nucleoli
  • chromatine egaal vergrofd
  • geen buisvorming, slijmvorming, verhoorning of desmosomen zichtbaar
  • cellen en celkernen redelijk uniform
  • donkere kernen die tegen elkaar aan liggen en elkaar wegduwen -> kernmolding
  • veel cellen, dicht op elkaar en verhoogde kern:plasma ratio
  • er kunnen velden met necrose zichtbaar zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly