Longen Flashcards

1
Q

In welke volgorde gaat het onderzoek van longen

A
  1. Inspectie
  2. palpatie –> Percussie –> auscultatie voorkant + long top en flanken
  3. palpatie –> percussie –> auscultatie achterkant
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat wordt naar gekeken bij de inspectie tijdens longonderzoek?

A
  • vorm + symmetrie thorax
  • thoracale huid
  • ademarbeid
  • hoorbare ademhalen
  • tekenen van chronische hypoxie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar let je op tijdens inspectie bij de vorm en symmetrie van thorax?

A

Aanwezigheid van:
- pectus carinatum (naar voren komen)
- pectus excavatum (naar binnen vallen)
- tongvormige thorax
- scoliose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar let op je tijdens inspectie van de thoracale huid?

A
  • littekens
  • opgezette halsvenen
  • subcutaan emfyseem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar let je op tijdens inspectie om een indruk te krijgen van de ademarbeid?

A
  • ademfrequentie
  • diepte van de ademhaling
  • symmetrie
  • verhouding borst-buik ademhaling
  • gebruik hulpademhalingsspieren
  • stridor
  • piepend expirium
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar let je op tijdens inspectie om te kijken of er tekenen van chronische hypoxie zijn?

A
  • trommelstok vingers
  • hoorlogeglas nagels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke twee punten worden beoordeeld tijdens palpatie bij de longen?

A
  • diepte en symmetrie ademexcursie
  • epigastrische hoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waaruit bestaat de percussie aan de voorkant bij longonderzoek?

A
  • vergelijkende percussie
  • bepalen long-lever grens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat voor klank tijdens percussie geeft:
- lucht-houdend longweefsel
- niet lucht-houdend longweefsel

A

Lucht houdend: senor
Niet lucht houdend: gedempt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar bevind zich meestal de long-levergrens?

A

Ter hoogte van 5e intercostaal ruimte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het verschil tussen vesiculair en bronchiaal ademgeruis?

A

Vesiculair ademgeruis:
- hoorbaar insperium
- lengte: inspirium > experium (3x)
- inspirium luider dan experium

Bronchiaal ademgeruis:
- hoorbaar insperium
- lengte: insperium = experium (even lang)
- luidheid inspirium en experium toegenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar let je op tijdens ausculatatie van longen:

A
  • ademgeruis:
    • vesiculair of bronchiaal
    • over alle longvelden even goed te horen?
  • bijgeluiden:
    • crepitaties
    • rhongie
    • pleurawrijven
    • piepen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar wordt naar gekeken bij de percussie van de longen aan de achterkant?

A
  1. vergelijkende percussie
  2. bepalen longgrenzen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de normale bewegelijkheid van de longgrenzen?

A

± 4 tot 6 cm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly