literatuur Flashcards

1
Q

Christensen et al. 2009

A

Ageing population; challenges ahead.
- We leven langer, zorgt voor meer chronische aandoeningen
- Zorgt ook dat er meer zorgkosten komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Rowe & Kahn 1997

A

Succesfull ageing
Succesvol ouder worden is een multidisciplinair proces; domeinen
- fysiek
- mentaal
- sociaal
Op verschillende tijden kwetsbaar worden.
Succesvol ouder worden door 3 onderdelen
1. De afwezigheid van de kans van het hebbben van ziekte
2. Goed fysiek en cognitief functioneren
3. Actief zijnen omgaan met het leven dus daadwerkelijk dingen doen met je leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Stowe & Coony 2015

A

Importance of Taking a life course perspective.
Gaven kritiek op het model van Rowe & Kahn.
Belangrijk om naar de hele levensloop te kijken in plaats van alleen de hoge leeftijd.
Daarnaast ook teveel focus op het individu ipv waar je geboren bent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Schuurmans, Steverink & Lindeberg 2004

A

Leeftijd is steeds minder een goed selectiecriterium en ook geen goede variabele om gezondheidsuitkomsten te voorspellen
Zelfmanagementvaardigheden zijn beter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Van Campen 2011

A

Kwetsbare ouderen.
Ouderen zien kwetsbaarheid niet als fysiek, maar juist bij sociale gevoglen die een lagere zelfredzaamheid veroorzaken.

Disability paradox:
Volgens medische maatstaven zouden veel ouderen kwetsbaar zijn, maar zich niet zo voelen. Ouderen denken eerder aan sociale/mentale effecten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Steverink 2009

A

Gelukkig en gezond ouoder worden; welbevinden, hulpbronnen en zelfmanagementvaardigheden.
Succesvol ouder worden –> voldoen aan basale behoeften.
1. Comfort
2. Stimulatie
3. Affectie
4. Gedragsbevestiging
5. Status

Sociale productiefunctietheorie: Mensen zijn constant bezig met verbeteren van subjectief welbevinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Braveman & Barclay2009

A

Health disparities beginning in childhood; a life-course perspective
Kwetsbaarheid verandert door de tijd en afhankelijk van andere factoren in omgeving. Beïnvloedende factoren;
1. economische en sociale mogelijkheden en hulpbronnen
2. Leef- en werkomstandigheden

Levensloopperspectief relevantie:
1. Vermijdbare gezondheidsverschillen begrijpen en verkleinen
2. Om te weten hoe ervaringen in het begin van het leven de gezondheid gedurende het leven kunnen beïnvloeden
3. Om gevolgen te herkennen van de invloed van de context.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Schuurmans et al 2004

A

Old or frail; what tells us more?
Kwetsbaarheid: Is een verlies van hulpbronnen in verschillende domeinen van het functioneren, wat leidt tot een afname van de reservecapaciteit om met stressfactoren om te gaan.
Ouderen die tussen care as usual en palliatieve zorg inzetten.
kwetsbaarheid als betere maatstaaf dan leeftijd.
Zelfmanagement gemeten door Groningen Frailty Indicator. (>4 is hoge schore)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Charles, Reynold & Gatz 2001

A

U curve van welzijn.
Behoeften kunnen substitueerbaar of compenseerbaar zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Riley et al 1994

A

Afname van het welbevinden van ouderen als het gevolg van het falen van de maatschappij om zinvolle mogelijkheden te bieden aan de mensen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Nieboer & Cramm 2008

A

How do older people achieve well-being?
- SPF theory van steverink
- Kwetsbaarheid > verlies aan hulpbronnen om welzijn te produceren

Kwetsbaarheid: de aanwezigheid van meerdere op elkaar inwerkende medische en functionele problemen die gepaard gaan met lage niveaus welzijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Nieboer & Cramm 2008

A

How do older people achieve well-being?
- SPF theory van steverink
- Kwetsbaarheid > verlies aan hulpbronnen om welzijn te produceren

Kwetsbaarheid: de aanwezigheid van meerdere op elkaar inwerkende medische en functionele problemen die gepaard gaan met lage niveaus welzijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Norten et al. 2014

A

Er worden beperkte successen geboekt bij de ontwikkeling van medicatie voor dementie, aanpassen van gezondheidsgedragingen is wel bevorderend om dementie tegen te gaan.

-clustering: voorkomen van gezondheidsgedrag in een populatie
- Bundeling: Samenspel tussen verschillende gezondheidsgedragingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Spring et al 2003

A

5 categorieën van ongezonde gedragingen
Te weinig fysieke activiteit
Een ongezond dieet
Overmatig alcohol gebruik of drugs
roken
risicovol seksuele gedragingen

Veel typen komen samen voor: vroege preventie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Whitehead 2007

A

Gezondheidsverschillen:
systematische verschillen wat betreft gezondheid tussen verschillen socio-eco groepen binnen een samenleving.
Model:
1. Opmerken gezondheidsproblemen (observed problem of health inequality)
2. oorzaken probleem achterhaald (perceived causes of problem)
3. Beleidsdoeleinden ogpgesteld om oorzkaen te belichten en op te lossen (policy goals to address courses)
4. Theorieën opgesteld over input/output bepaalde interventies
5. Ontwerp van het interventie programma
6. Uitkomst van het programma

Interventies gebaseerd op doel wat bereikt moet worden, 4 categorieën:
1. Strengthening individuals
2. Strengthening communities
3. Improving living- and working conditions
4. Promoting macro health policies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Van der Geest 2002

A

Respect and reciprocity: care of elderly people in rural Ghana
Etnocentrisme: eigen cultuur gewend –> ‘het juiste’, de rest is vreemd.
emic = perspectief van binnenuit, vanuit bepaalde context
etic = perspectief van buitenaf, hoe een buitenstaander kijkt naar bepaalde context.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Bakx et al 2016

A

Chronische aandoening = opeenstapeling van meerdere factoren
Weerleggen stelling: of het doelmatig zou zijn veel geld uit te geven aan de langdurige zorg.
Uitgaven van de curatieve zorg neemt toe, verloopt eerst gelijk met aan het eind grote stijging (langdurige zorg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Halfon et al 2013

A

Lifecourse et al. 2013 - Lifecourse Health development

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Nieboer 2017

A

Age friendly communities
Fysieke buurtkenmerken: buitenruimtes, transport, huisvesting
Sociale buurtkenmerken: sociale participatie, communicatie, informatie.

20
Q

Pavolini en ranei 2013

A

Residu model:

Universalistisch model:

21
Q

Saraceno 2010

A

Defamilialisering, familialisme bij ontstentenis, ondersteund familialisme

22
Q

Van der Broek 2017

A

Kosten van oudereninstellingen nemen toe door hoeveelheid verpleeginstellingen

23
Q

Verbakel 2014

A

Geluk van mantelzorgers vermindert door negatieve sfeer

24
Q

Yales et al. 1998

A

Kijken naar interventies voor verlagen druk mantelzorgers

25
Q

Lee 2003

A

Demografische transitie
Afhankelijkheidsratio: de hoeveelheid ouderen of kinderen die afhankelijk zijn van de ptoentiële arbeidskrachten op dat moment in de samenleving.

26
Q

Meijer et al. 2013

A

Predisposing: variabelen die neiging tot gebruik van zorg beïnvloeden
enabling: variabelen die mogelijk maken bepaalde zorg te krijgen
Need: variabelen die er direct voor zrogen dat iemand zorg nodig heeft.

27
Q

Douwen en wouterse 2019

A

CPB –> stijging zorgkosten maar ook stijging wat we willen uitgeven aan zorg

28
Q

Buijsen 2008

A

‘uit vrije wil’ –> eigen zeggenschap over voltooid leven

29
Q

De Haan 2009

A

Probleemconceptualisatie
Voor wie? Wat is probleemstelling? Hoofd/subdoelen? andere factoren? oplossingen?

30
Q

Bos en Tuelings 2013

A

CPB –>
Voorspelling als voorbereiding toekomst, andere beleidsvoorstellen evalueren, basispad objectief, risico’s overnemen in beleid

31
Q

Hardy et al 1999

A

Vergelijking Nederland en Engeland (integrale zorg organiseren)
- onderlinge afhankelijkheid erkennen en noodzaak integratie
- bereidheid om integratie te organiseren

32
Q

Kodner en Spreeuwenberg 2002

A

Perspectieven integrated care:
- top down (ver): organisaties optimaal samenwerken
- Bottom up (hor): disciplines optimaal samenwerken

33
Q

Schrijvers 2017

A

Patient-centered care model WHO en zes niveaus van integratie:
1.
2.
3.
4.
5.
6.

34
Q

Berwick et al. 2008

A

Triple aim:
- betere kwaliteit van zorg,
- betere gezondheid
- minder kosten p.p.

35
Q

Goodwin & Smith 2012

A

Hoofdvormen integrale zorg:
- horizontaal
- verticaal
- sectoriaal
- people centered
- whole system

36
Q

Goodwin 2017

A

Stimualtie verschillende stakeholders
Belangrijk om van tevoren te kiezen –> nieuwe structuur voor integrale zorf of minder formele coördinatie.
Diseasemanagement is opgezet programma en alleen gefocust op ziekte managen.
Integrated care is hollistisch perspectief.

37
Q

Spreeuwenberg 2005

A

Kenmerken diseasemangement

38
Q

Fabbricotti 2007

A

Ontwikkelen van kerntraject –>
integrale zorg stelt als doel dat patiënt volledig product aan zorg te kopen.

39
Q

Johre, Belang & Berman 2003

A

Onderzoek naar verschillende integratietrajecten voor kwetsbare ouderen in OECD landen –>
Kijken naar kosteneffectivieit van voorzienignen en verbeteren kwaliteit van zorg.

40
Q

Nolte 2017

A

Integrale zorg is complex en subjectief
–> ieder element los bekijken

41
Q

Walsche 2017

A

evidence based management, beslissingen moeten worden gemaakt opbasis van bestaande literatuur.
Managers moeten meer denken ipv doen.

42
Q

Stolk 2018

A

Professor Zegveld pleit –>
OPname netwerkaansprakelijkheid in wet.

Zorgaanbieders hoofdelijk aansprakelijk of centrale netwerkaansprakelijk (één binnen het netwerk).
Pleit voor van tevoren verantwoordelijkheid afspreken.

43
Q

KNMG et al. 2010

A

Aandachtpunten voor zorgprofessionals met betrekking tot afstemming en communicatie. art 40 wet Big en art 2. Kwaliteitswet zorginstellingen
–> verplichting verantwoorde zorg leveren

44
Q

Boomsma et al 2005

A

Vb. LESA ten behoeve van patiënten met dementie. Gezamenlijke verantwoordelijkheden en leveren van kwlaiteit van zorg voor patiënt.
–> moet inregionaal in concrete werkafspraken worden geoperationaliseerd.

45
Q

Crul 2006

A

Rechtsuitspraak over gebrekkig samenhangende zorg. Verschillende zorgprofessionals acteerden zelfstandig, geen coördinatie. Door verkeerde en te late diagnose kwam patiënt te overlijden.

46
Q

Crul 2006

A

Rechtsuitspraak over gebrekkig samenhangende zorg.
Verschillende zorgprofessionals acteerden zelfstandig, geen coördinatie. Door verkeerde en te late diagnose kwam patiënt te overlijden,