Lijkschouw Flashcards

1
Q

Wat is leidend voor dood verklaren

A

Hersendood, pupilreflex kijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Klinische dood?

A

Verlies van ademhaling en hartslag, verlies van bewustzijn in ongeveer 10 seconden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Schijndood?

A

Bij LO geen tekenen van ademhaling en hartslag, echter nog wel aanwezig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Biologische dood?

A

Irreversibele dood/schade alle lichaamscellen (wordt nooit gebruikt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hersendood?

A

Hersendood meestal door een ongeval mechanisme dus niet natuurlijke dood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer is er sprake van stoffelijk overschot van een persoon?

A

Kind geboren na 24 weken zwangerschap en kind geboren <24 weken langer dan 24 uur geleefd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het doel van de wet op lijkbezorging?

A

Doel van de wet op lijkbezorging is het voorkomen van onopgemerkte misdrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurd er als er een overlijden is van een minderjarige?

A

Indien de schouwing een minderjarige betreft en is verricht door een behandelend arts, geeft deze een verklaring van overlijden slechts af na overleg met forensisch arts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer kan begraving of crematie?

A

Begraving of crematie geschiedt niet eerder dan 36 uur na het overlijden en uiterlijk in de zesde werkdag na het overlijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer behandelend arts?

A

Behandelend arts is de arts die de overledene tijdens het leven als laatste op enige wijze onder zijn medische zorg heeft gehad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer natuurlijke dood?

A

Natuurlijk is uitsluitende spontane ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer lijkvinding?

A

Indien plaats van overlijden en/of datum van overlijden niet of onvoldoende nauwkeurig kan worden vastgesteld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is lijkschouwing?

A

Lijkschouwing is een uitwendig onderzoek wat bestaat uit onderzoek naar de medische voorgeschiedenis en omstandigheden waarin de dood intrad, lichamelijk onderzoek, conclusie (datum en plaats, aard van overlijden, doodsoorzaak) en verslaglegging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

A en B formulier?

A

A formulier dat je het lichaam hebt geschouwd
B formulier voor de statistieken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Zeer vroege postmortale veranderingen?

A

Bleekheid, lichtstijve pupillen, vervormbare pupillen, daling intra-oculaire druk en verlies spiertonus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Vroege postmortale verschijnselen?

A

Lijkvlekken (30 min – 2 uur, wegdrukbaarheid 12-24 uur), lijfstijfheid (2-3 uur, verdwijnt variabel), afkoeling en indroging