Letselonderzoek Flashcards
Wat wordt er gezet in een weefselrapportage?
Weergave van de opgegeven toedracht -> objectieve en systematische beschrijving van de waargenomen letsels (PROVOKE) -> typering (classificatie in soorten letsels) -> duiding (ontstaansmechanisme en toetsing hiervan) -> ernst (genezingsduur)
Voorts: datering (wanneer het is toegebracht)
PROVOKE?
Plaats
Rangschikking
Omvang (aantal, grootte)
Vorm
Omtrek
Kleur
Efflorescentie(s) (pleister, gips, korstvorming)
Penetrerend letsel?
Steekwond of schotwond
Soorten letsels?
1: Roodheid
2: Schaafwond (oppervlakkig of diep)
3: Kneuzingen (met of zonder zwelling)
4: Scheurwond
5: Snijwond (meer lang dan diep, vaak gapend)
6: Steekwond
7: Beetwond
8: Schotwond
9: Brandwond
Bloeduitstorting oppervlakkig of diep?
Hoe oppervlakkiger hoe beter het patroon
Waar kneuzingen?
Capillairen aan zijkant juist opgerekt -> kneuzingen juist aan weerzijden van het object
Beloop schaafwond?
Schaafwonden kan oppervlakkig met velletjes of diep met puntbloedinkjes
<6 uur rauw, sijpelend, exsudaat
>6 uur begint te drogen en rood
>24-48 uur korstvorming
Beloop blauwe plek?
Begrenzing -> scherp, matig scherp of onscherp
0 tot uren -> donkerrood/rood
Uren tot dag -> paars
Dagen -> groenpaars
>Week -> geel
Wat moet er gebeuren bij beet politiehond?
Antibiotica geven
Welke schaafwond bij wurging?
Bij wurging vaker schaafwonden loodrechts door krabben ter verdediging