Licht 2 Flashcards

1
Q

Wat is licht?

A

een elektromagnetisch golfverschijnsel dat zich in alle richtingen met de zelfde snelheid voortbeweegt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn golffronten?

A

cirkels rondom de trillingspunten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Clucht =

A

300 000 000 m/s of 300 000 km/s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Van waar tot waar loopt het elektromagnetisch centrum?

A

van radiogolven tot aan gamaastraling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het zichtbare licht?

A

Een klein deel van het elektromagnetisch spectrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de zichtbare lichtgolflengtes?

A

van 780 nm tot 380 nm (rood naar violet)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waaruit bestaat een golflengte?

A
  • een golf

- een dal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de amplitude (a)?

A

uitslag van het midden naar een golf of een dal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de totale golfhoogte?

A

twee keer de amplitude

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe hoger de helderheid hoe hoger lager de amplitude

A

hoger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de frequentie?

A

het aantal golven dat in een bepaalde tijdseenheid tot stand komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe wordt de frequentie van licht uitgedrukt?

A

Hertz (Hz)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat bepaald de kleur van licht?

A

de frequentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Noem de niet optische eigenschappen van glazen

A
  • hardheid
  • corrosiebestendigheid- breekbaarheid
  • krasgevoeligheid
  • gewicht
  • thermische uitzetting
  • brandbaarheid
  • soortelijk temperatuur
  • gladheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Noem optische eigenschappen van glazen

A
  • breking
  • brekingsindex (n)
  • grensvlak
  • licht doorlaatbaarheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer spreken we van een optisch dichter medium?

A

Als de snelheid van licht in het medium afneemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

de hoek is <10 grade welke formule geldt er?

A

n i = n’ i’

18
Q

een lichtstraal gaat van optisch dun naar optisch dicht medium en breekt ……

A

naar de normaal toe

19
Q

een lichtstraal gaat van een optisch dicht naar optisch dun medium en breekt …….

A

van de normaal af

20
Q

Wat is de deviatie?

A

de afwijking van de gebroken lichtstraal ten opzichte van de oorspronkelijk lichtweg

21
Q

Wat is de brekingsindex?

A

de mate van lichtbreking of refractie

22
Q

Wat is de formule om de mate van het gemiddelde licht remmend vermogen en daar mee de mate van lichtbreking aangeeft?

A

n medium = c lucht/ c medium

23
Q

Wat is een grensvlak>

A

overgang/scheiding van twee verschillende optische media

24
Q

Hoe heet licht dat meerdere kleuren bevat?

A

polychromatisch

25
Q

hoe heet licht dat maar een kleur bevat?

A

monochromatisch

26
Q

hoe heet licht dat in alle kleuren overloopt zonder zwarte tussen ruimtes?

A

continuspectrum

27
Q

hoe heet licht dat zwarte lijnen heeft of uit een kleur bestaat?

A

discontinu spectrum

28
Q

waardoor wordt de kleur van een voorwerp bepaald?

A

door het licht dat wordt teruggekaatst

29
Q

ander woord voor kleurschifting?

A

dispersie

30
Q

Waardoor ontstaat dispersie?

A

de brekingsindex is voor elke kleur anders

31
Q

Hoe wordt de mate van dispersie aangegeven?

A

getal van Abbe (V)

32
Q

Wat zijn de primaire kleuren van licht?

A
  • rood
  • groen
  • blauw
33
Q

Hoe luid de wet van snellius?

A

n sin i = n’ sin i’

34
Q

Welke drie groepen absorberende glazen zijn er?

A
  • filterglazen
  • zonneglazen
  • beschermglazen
35
Q

Wat is reflectiecoëfficiënt?

A

de hoeveelheid licht die weerkaatst wordt

36
Q

Wat is de formule voor locht dat loodrecht op het grensvlak invalt?

A

p = ( (n’- n) / (n’ + n))2

37
Q

bij scheve lichtinval is de reflectie groter/kleiner dan bij loodrechte inval?

A

Groter

38
Q

Wanneer komt totaal reflectie voor?

A

als een lichtstraal van dicht naar dun gaat

39
Q

Wat is een grenshoek?

A

moment van maximale breking

40
Q

de hoek van breking is 90 grade, wat is de grenshoek?

A

de grenshoek