Lichaam En Zintuigen Flashcards
1
Q
Das alter
A
De leeftijd
2
Q
Das Gedächtnis
A
Het geheugen
3
Q
Das gehirn / der hirn
A
De hersenen
4
Q
Der korper
A
Het lichaam
5
Q
Der kreislauf
A
De bloedsomloop
6
Q
Das hertz
A
Het hart
7
Q
Die nahrung
A
De voeding