Lezen Flashcards

1
Q

Voordrachtsaspecten van lezen

A
  1. Uitspraak en articulatie
  2. Klemtoon
  3. Zinsmelodie
  4. Natuurlijkheid en emotionaliteit
  5. Tempo
  6. Volume
  7. Het lezen van woordgroepen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

6 manieren van instructie bij technisch lezen

A
  1. leerkracht als model
  2. hardop denken
  3. gerichte aanwijzingen
  4. gebruik van markeringen en tekens in de tekst
  5. uitspelen van teksten
  6. herhaald lezen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Activerende directe instructiemodel Lezen bestaat uit de volgende 7 stappen

A
  1. terugblik
  2. orientatie
  3. uitleg
  4. begeleide inoefening
  5. zelfstandige verwerking
  6. evaluatie
  7. terug- en vooruitblik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verschillende groeperingsvormen bij leesonderwijs

A
  1. individueel lezen - vrij lezen
  2. duolezen - tutorlezen
  3. groepslezen (niveaulezen) - homogene niveaugroepen, forumlezen, theaterlezen
  4. klassikaal lezen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

5 oefeningen voor het lezen van woorden

A
  1. reeksen woorden
  2. woorden met typografische bijzonderheden
  3. woorden met lettergreepverdeling
  4. wisselrijtjes
  5. woordparen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Reeksen woorden zijn geordend naar

A

bepaalde letterclusters (klop, klei, klip) of morfemen (droom, droomde, gedroomd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Woorden met typografische bijzonderheden, zijn

A

letterclusters dikgedrukt, onderkant van woorden is weggelaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wisselrijtjes zijn

A

reeksen woorden die in 1 letter verschillen: leeuw, geeuw, meeuw of som, sok, sop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

woordparen zijn

A

of woorden die veel op elkaar lijken: bomen - bommen, staat - straat

of woorden die qua betekenis met elkaar samenhangen: slapen - kussen - bed (woorden worden sneller herkent ivm context)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

7 manieren van het visueel presenteren van teksten:

A
  1. gatenteksten
  2. onderkant regel is weggelaten
  3. letters zijn vervangen door tekens
  4. teksten met afwijkende lettertypes
  5. teksten zonder interpunctie
  6. dialoogteksten
  7. gedichten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Voorbeelden van spelvormen

A

iemand speelt journaallezer
iemand presenteert een radioprogramma
iemand leest een gedicht, andere kinderen beelden dat uit
hoorspel lezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hulpmiddelen bij aanleren van aanvankelijk lezen:

A
leesboek
werkschrift
wandplaten
structureerstroken
letterdozen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Doelstellingen van aanvankelijk lezen:

A
auditieve vaardigheden
visuele vaardigheden
combi auditieve/visuele vaardigheden
spelling van woorden
schrijfmotorische ondersteuning
leesstrategieen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Computer als hulpmiddel bij leesonderwijs. Computer kan 5 belangrijke functies vervullen:

A
  1. training
  2. instructie
  3. toetsing
  4. registratie
  5. remediering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

3 mogelijkheden om vaardigheid technisch lezen te toetsen:

A
  1. meerkeuzetoetsen
  2. lezen van lossen woorden (DMT-toets, drie minuten toets)
  3. lezen via teksten (AVI-toetsen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Cito toetsen technisch lezen, wordt getoetst op

A

groep 3: leestechniek

groep 4-8: leestempo

17
Q

DMT-toets, drie minuten toets. Wanneer wordt die afgenomen? En hoe?

A

vanaf december in groep 3. 3 verschillende kaarten steeds moeilijker, je neemt er altijd 2 af

18
Q

AVI-toetsen: waar zijn die voor? Waar bestaat die uit?

A

om technische leesvaardigheid te meten, 11 verhaaltjes, opklimmende moeilijkheid

19
Q

beheersingsniveau: wat wil dat zeggen?

A

kind maakt niet te veel fouten en heeft behoorlijk leestempo

20
Q

frustratieniveau: wat houdt dat in?

A

tekst is te moeilijk en moet op lager niveau gelezen worden

21
Q

instructieniveau van leerling, wat houdt dat in?

A

lezen kost nodige moeite, maar door oefening kan de leesvaardigheid van de leerling verbeterd worden

22
Q

Analyseren van toetsgegevens, hoe?

A

kwantitatief > aantal fout gelezen worden
kwalitatief > manier van lezen analyseren

DLE (didactisch leeftijd equivalent) > aantal goed gelezen woorden dat een kind leest, in verband brengen met wat kinderen gemiddeld genomen presteren

dwarsdoorsnede: resultaten van alle groepen naast elkaar zetten en met elkaar vergelijken
trendanalyse: analyse maken over meerdere jaren en de gemiddelde vaardigheidsscore over 5 jaar berekenen