Lesson 6 Flashcards
Wat is een maatschappelijke positie?
De plaats die je in de samenleving inneemt, vaak aangeduid als sociaal-economische positie.
Wat bepaalt vooral je maatschappelijke positie?
Je baan en het salaris dat je verdient.
Wat is het verschil tussen een hoge en lage maatschappelijke positie?
Een hoge positie kan zijn voor een arts of advocaat, terwijl een lage positie kan zijn zoals werkloosheid.
Wat is het gemiddelde opleidingsniveau van mensen met een niet-westerse migratie-achtergrond in Nederland?
Lager dan de rest van Nederland.
Wat zijn enkele verklaringen voor de lagere maatschappelijke positie van mensen met een migratie-achtergrond?
Discriminatie, taalachterstand, en het opleidingsniveau van ouders.
Wat is een ‘zwarte school’?
Een school waar meer dan 12 procent van de leerlingen een migratie-achtergrond heeft.
Wat is een ‘witte school’?
Een school waar voornamelijk autochtone kinderen zitten.
Wat is juridisch of wettelijk burgerschap?
Burgerschap op basis van nationaliteit; je bent een burger als je het paspoort van dat land hebt.
Hoe kijkt de sociologie naar burgerschap?
Sociologisch burgerschap richt zich op wat de samenleving belangrijk vindt voor haar burgers.
Wat benadrukt de eerste visie op burgerschap?
Dat de samenleving alleen kan bestaan als mensen gemeenschappelijke waarden en normen hebben.
Wat is de tweede visie op burgerschap?
Mensen hoeven zich niet sterk aan te passen; er zijn veel verschillende identiteiten naast elkaar.
Wat houdt wereldburgerschap in?
Internationaal denken en openstaan voor invloeden van andere culturen.
Wat is de houding van de Nederlandse overheid ten aanzien van burgerschap?
Actief burgerschap; burgers moeten zelf initiatief nemen voor hun welzijn.
Wat is de participatiesamenleving?
Een samenleving waarin alle inwoners actief bijdragen aan het welzijn van de samenleving.
Wat betekent inburgeren?
Leren van de taal, geschiedenis, cultuur, en regels van het land waar iemand gaat wonen.