Les A2 Flashcards

1
Q

Contraheren

A

Samentrekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Tonus

A

Spierspanning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Willekeurig spierweefsel

A

Spieren die in beweging gezet kunnen woorden door (de wil) omdat jij dat wil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Onwillekeurig spierweefsel

A

Spieren die niet door de wil woorden aangestuurd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Actin

A

Spiereiwit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Myosine

A

Spiereiwit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Spierhypertrofie

A

Toename van spierweefsel in de spier waardoor het groter/dikker word

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Spieratrofie

A

Afname van spierweefsel in de spier waardoor het dunner/kleiner word

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Origo

A

Oorsprong

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Insertie

A

Eindpunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Spierbuik

A

Het middelste (en dikste) deel van de spier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Facie

A

Spierkapsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Myofilamenten

A

Lange dunne en korte dikke vezels in een spier. Bestaan uit actinevezels en myosinevezels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Myofibrillen

A

Vlecht werk van myofilamenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Passief proces

A

Proces wat geen engere kost

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Pees

A

Stevig, niet elastisch bindweefsel

17
Q

Peesschede

A

Koker met daarin glad slijmvlies (wat vloeistof afgeeft) waardoor de pees goed heen en weer kan bewegen

18
Q

Antagonisten

A

Spieren die een tegengestelde beweging mogelijk maken

19
Q

Agonisten

A

Een antagonistische spier die buigende beweging mogelijk maakt

20
Q

Antagonist

A

De spier van antagonisch duo, die een strekkende beweging mogelijk maakt

21
Q

Synergisten

A

Spieren die de zelfde beweging mogelijk maken

22
Q

Flexor

A

Buigspier

23
Q

Extensor

A

Strekspier

24
Q

Adductor

A

Spier die beweging mogelijk maakt naar de middellijn toe

25
Q

Abductor

A

Spier die een beweging mogelijk maken van de middellijn af

26
Q

Endorotator

A

Spier die een naar binnen draaiende beweging mogelijk maakt

27
Q

Exorotator

A

Spier die een naar buiten draaiende beweging mogelijk maakt