Les 4a Flashcards
Ren / renes
Nier / nieren
Calices
Nierkelkjes
Pyelum/ pelvis renalis
Nierbekken
Ureter
Urineleider
Vesica urinaria
Urine blaas
Urethra
Urine buis
Homeostase
Evenwichtssituatie
Waterhuishouding
De hoeveelheid water die het lichaam nodig heeft op een gegeven moment
Zouthuishouding
De hoeveelheid zout die het lichaam nodig heeft op een gegeven moment
Zuren en basen
Stoffen die lichaamsvloeistoffen zuur maken (ph<7) of basisch (ph>7)
Intracellulair
In de cell
Extracellulair
Buiten de cel
Transmuraal vocht
Vocht in een afgesloten ruimte van het lichaam (b. V. In het slakkenhuis of oogbol)
Glanudula(e) suprarenalis
Bijnier(en)
Nierhilus
De plaats van de nier waar de bloedvaten en de urineleiders aangesloten op de nier
Retroperitoneaal
Achter het buikvlies
Abdominale organen
Buikorganen
Peri renaal vet
Vet om de nier heen
Fascia renalis
Bindweefselmantel om de nier heen
Cortex
Nierschors
Nierlichaampje
Lichaampje van malpighi (kapsel van boeman en glumerulus
Medulla
Niermerg
Piramiden
Kegelvormige structuren die met de punt naar het nierbekken wijzen
Papillen
Kelkvormige Uit uitlopers van het nierbekken