les 9, 10, 11 Flashcards

1
Q

ambachtslieden

A

oefenen een beroep uit waarbij iets met de hand wordt gemaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

nijverheid

A

een bedrijf waarbij grondstoffen worden verwerkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ruileconomie

A

een economie gebaseerd op ruilhandel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

geldeconemie

A

i.p.v. ruilhandel gebruikt men geld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ondernemer

A

een persoon die in een handelstak zelfstandig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

amforen

A

Kruiken met twee oren die gebruikt werden om voeding te beweren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ostracisme

A

stemming op scherven van kapotte vazen waarmee de volksvergadering
een Athener kon verbannen voor 10 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Tiran

A

alleenheerser die de totale macht heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Tirannie

A

bestuursvorm waarbij één persoon de totale macht heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Volksvergadering of ecclesia

A

bijeenkomst van het volk waar men kan vergaderen en
beslissingen nemen. Doorheen de geschiedenis werden bepaalde groepen uitgesloten
van deelname.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Boulè

A

de raad van 500; deze bereiden de volksvergadering voor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Fyle

A

een groep bestaande uit burgers van bepaalde wijken in een polis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Aristocratie

A

samenleving waarin rijke en machtige families aan het hoofd staan; de
adel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Metoiken

A

vreemdelingen in Athene, met minder rechten dan de burgers maar meer
rechten dan de slaven. Ze waren vrij en werkten vooral in de handel en de nijverheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Slaven

A

een slaaf wordt verplicht om voor een andere persoon te werken, krijgt geen
loon en kan zich niet vrij bewegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Slavernij

A

toestand waarbij een persoon onderworpen is aan een ander persoon

15
Q

Staatsslaaf

A

een slaaf die voor de staat werkt bijv. in de mijnbouw van de polis
Athene

16
Q

Huisslaaf

A

een slaaf die werkt voor een particulier bijv. in het huishouden.

17
Q

Barbaren

A

niet Griekssprekende volkeren