Les 5 Flashcards
brodmann aeras
Subgroepen van de 4 lobben
retinotopie
codering van plaats in het visueel veld, vooral “lage” gebieden
modulariteit
De organisatie van het visuele brein in afzonderlijke, gespecialiseerde gebieden die verantwoordelijk zijn voor verschillende aspecten van visuele verwerking, zoals kleur, beweging en diepte.
Corticale hiërarchie
De gestructureerde organisatie van verschillende schalen van neurale netwerken in de hersenschors, waarbij lagere niveaus (bijv. primaire sensorische gebieden) basisinformatie verwerken en hogere niveaus (bijv. associatiegebieden) complexere functies en integratie van informatie mogelijk maken.
low-level
registratie van “input” (stimulatie van receptoren in het netvlies)
decodering van responsen: enkelvoudige kenmerken (“features”)
binnen het receptief veld van één cel (bv. oriëntatie van een rand)
mid-level
perceptuele groepering
figuur-achtergrond organisatie
diepteperceptie
2-D en 3-D vormperceptie
high-level
betekenis (identificatie, categorisatie, semantische associaties, …)
bottom-up
feedforward
top-down
feedback
re-entrant processing
combinatie van top-down met bottom-up informatie
perceptuele groepering
op: proximity (in paren, per 5,…), similarity of color, similarity of size, similarity of orientation (horisontaal/ verticaal), common fate (naar boven/ beneden bewegen)
gabor patches
Dit zijn visuele patronen die bestaan uit sinusgolven die zijn vervormd door een Gaussiaanse functie, waardoor ze eruitzien als golfachtige afbeeldingen. Ze worden vaak gebruikt in onderzoek naar de manier waarop ons brein visuele informatie verwerkt, zoals het waarnemen van details en contrast. Gabor patches helpen wetenschappers te begrijpen hoe we dingen zoals vormen en texturen zien. (vaak gebruikt in de psychofysica, neurofysica en computationele modellering
laterale maskering
Een visueel fenomeen waarbij de waarneming van een stimulus wordt beïnvloed door andere stimuli die in de buurt worden gepresenteerd. Een masker, dat kort voor of na de doelstimulus verschijnt, kan de herkenning of detectie van die stimulus moeilijker maken. Dit helpt bij het begrijpen van de verwerking van visuele informatie en de interacties tussen verschillende visuele elementen in onze omgeving.
collineaire facilitatie
Een proces in de visuele waarneming waarbij het waarnemen van een stimulus (zoals een lijn of een patroon) wordt vergemakkelijkt door de aanwezigheid van andere stimuli die in dezelfde lijn of richting liggen. Deze collineaire stimuli versterken elkaar, waardoor de detectie en herkenning van de doelstimulus gemakkelijker wordt. Dit fenomeen helpt ons te begrijpen hoe ons brein visuele informatie organiseert en integreert.
association fields
vb lijn van het lichaam van een olifant doortrekken achter een boom, terwijl we het eigenlijk niet echt kunnen zien.