Les 1 & 2 Flashcards
Psychologie (niet hedendaags)
Wetenschap die probeert te begrijpen wat er schuilt achter het denken en doen van de mens (psyche, logos = zielkunde/ wetenschap van de geest)
mind-body problem
onderscheid geest- lichaam, rol van vrije wil
dualisme
geest staat apart van lichaam (Decartes) interactie in PIJNAPPELKLIER (centraal gelegen, niet gelateraliseerd)
Monisme
geest en lichaam zij geen twee afzonderlijke entiteiten, maar twee aspecten van 1 entoteit
materialisme (twee onderscheiden)
1e versie van Monisme:
- ontologisch: alleen het fysische bestaat echt. (= materialisme)
- epistemologische: alleen het fysische kunnen we wetenschappelijk bestuderen (= reductionisme)
Idealisme
2e versie van het monisme:
- epistemologische: we kennen de werkelijkheid enkel via het zintuigelijke en ons eigen denken
- ontologisch: alles in de natuur heeft een ziel (=panpsychisme)
solipsisme
De filosofische opvatting dat alleen het eigen bewustzijn zeker bestaat en dat de buitenwereld niet met zekerheid als onafhankelijk bestaand kan worden bevestigd. (behoort tot het epistemologische van het idealistische van het monisme)
psychofysica
de exacte wetenschap van de functionele relatie tussen lichaam en geest.
Psychologie (hedendaags)
de wetenschap van het gedrag en de factoren die dit beïnvloeden
gedragsdeterminanten
factoren die het gedrag beïnvloeden
black box
de verborgen gedragsdeterminanten
inktvlekkentest
als persoonlijkheidstest: persoon projecteert elementen van zijn persoonlijkheid in zijn antwoorden (wat hij/zij ziet in de inktvlek), elke betekenis in een betekenisloze prikkel moet komen van de persoon zelf.
van rosasch
nomotitisch
Algemene wetten (universeel hetzelfde)
idiografisch
specifieke factoren (voor iedereen verschillend)
pareidolia
De neiging van de hersenen om herkenbare vormen, zoals gezichten of objecten, te zien in willekeurige of vage stimuli, zoals wolken, schaduwen of ruis. (of inktvlekken test)
Occam’s razor
zo weinig mogelijk factoren, zo eenvoudig mogelijk