les 4: (Neuronen en) neuroglia Flashcards
Neuroglia
-wat?
- zeer talrijk
- maken ± de helft uit van het volume neurale weefsel
- zowel in CZS als in PZS, maar een grotere variëteit in het CZS
Neuroglia in het CZS
-soorten?
(4 soorten)
- astrocyten
- oligodendrocyten
- microgliacellen
- ependymcellen
(Neuroglia in het CZS)
astrocyten
-wat?
- stervormig
- grootste en meest talrijke neurogliacellen
-geven chemische stoffen af nodig voor handhaven van de bloed-hersenbarrière
.bloed-hersenbarrière isoleert CZS van
de algehele circulatie
.door deze stoffen worden de haarvaten
van het CZS ondoorlaatbaar voor stoffen
die de werking van het CZS kunnen
belemmeren
- vormen structureel raamwerk
- repareren beschadigd zenuwweefsel
(Neuroglia in het CZS)
oligodendrocyten
-wat?
kleiner cellichaam en minder uitlopers dan astrocyten
vormen de myelineschede rond een axon in het CZS:
- = dunne lange uitlopers van het oligodendrocyt rond het axon gewikkeld
- myeline dient als elektrische isolator → snelheid actiepotentiaal ↑
- elk oligodendrocyt vormt een klein stukje van de myelineschede → veel oligodendrocyten nodig om heel axon te bedekken (= gemyeliniseerd axon)
- gemyeliniseerde axonen zien op een doorsnede wit uit → vormen de ‘witte stof’ van CZS
- opening tussen twee aangrenzende oligodendrocyten = insnoering van Ranvier
(Neuroglia in het CZS)
microgliacellen
-wat?
- kleinste, minst talrijke neurogliacellen
- zorgen voor fagocytose: opruimen van beschadigde cellen, lichaamsvreemde stoffen en micro-organismen
(Neuroglia in het CZS)
ependymcellen
-wat?
- bekleden het centrale kanaal van het ruggenmerg en de ventrikels in de hersenen → deze holten in het CZS zijn gevuld met cerebrospinale vloeistof
- bekleding wordt ook ependym genoemd
-ependym zorgt voor:
.vorming van cerebrospinale vloeistof
.circulatie van cerebrospinale vloeistof
d.m.v. trilharen
(Neuroglia in het PZS)
satellietcellen
-wat?
omgeven en ondersteunen cellichamen in het PZS.
beetje dezelfde functie als astrocyten in het CZS
(Neuroglia in het PZS)
Schwann-cellen
-wat?
omgeven alle perifere axonen:
- vormen myelineschede van gemyeliniseerde perifere axonen: elke Schwann-cel kan slechts één segment van één axon van myeline voorzien
- bij niet-gemyeliniseerde axonen wikkelt de Schwann-cel zich maar met één laag rond meerdere axonen
-ook insnoeringen van Ranvier tussen twee aangrenzende Schwann-cellen
Organisatie van neuronen in het zenuwstelsel
- wat?
- welke?
cellichamen van neuronen en hun axonen liggen niet willekeurig verspreid in het CZS en PZS, maar zijn GEORGANISEERD in groepen of bundels
deze groepen of bundels:
- hebben duidelijke anatomische grenzen
- worden aangeduid met specifieke termen
(Organisatie van neuronen)
perifeer zenuwstelsel:
-grijze stof
grijze stof: verzameling van cellichamen van neuronen in het PZS (bevinden zich in ganglia)
(Organisatie van neuronen)
perifeer zenuwstelsel:
-witte stof
witte stof: bundels axonen in het PZS (van neuronen)
-ruggenmergszenuwen zijn verbonden met
het ruggenmerg
-hersenzenuwen zijn verbonden met de
hersenen
-één bepaalde zenuw kan zowel
motorische als sensibele axonen bevatten
(Organisatie van neuronen)
centraal zenuwstelsel:
-grijze stof
(wat?)
- hersenschors of neurale cortex: grijze stof op het hersenoppervlak
- centrum: verzameling cellichamen van neuronen met éénzelfde functie
- kern (nucleus): centrum met een duidelijke afgrenzing
- hogere centra: complexe integratie centra (meeste complexe centra in de hersenen)
(Organisatie van neuronen)
centraal zenuwstelsel:
-witte stof
(wat?)
baan of tractus:
- bundel van axonen die op eenzelfde plek vertrekken en een gezamenlijke bestemming en functie hebben
- verbinden de centra van de hersenen met de rest van het lichaam
- sensibele banen (stijgend): geleiden info vanuit zintuigen naar centra
- motorische banen (dalend): geleiden info vanuit de hersencentra naar de effectoren
kolom: verschillende banen die samen een anatomisch herkenbare massa vormen