les 4: Neuronen (en neuroglia) Flashcards

1
Q

zenuwstelsel bestaat uit zenuwweefsel met 2 soorten cellen

-welken?

A

neuronen (neuron = zenuw):

  • basiseenheden van het zenuwstelsel
  • communiceren met elkaar en met andere celtypen

neuroglia (glia = lijm):

functies:

  • vormt fysieke steunweefsel van het zenuwstelsel
  • handhaaft chemische samenstelling van de neurale lichaamsvloeistoffen
  • aanvoer van voedingsstoffen naar neuronen
  • verdedigt zenuwweefsel tegen infectie

bestaat uit reticulum (netwerk) met verschillende typen neurogliacellen (of gliacellen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

(algemene structuur)
Neuronen

-onderdelen?
-functie?
(A, B, C, D, E)

A

cellichaam of soma (A) met een grote
celkern (B): deze vormen de ‘grijze stof’

verschillende, vertakte dendrieten (C): vangen binnenkomende signalen op
-plasmamembraan van cellichaam en dendrieten is gevoelig voor chemische, mechanische of elektrische prikkeling ontstaan van actiepotentiaal

één lang axon (D): geleidt uitgaande signalen richting een of meerdere synapsknoppen

synapsknoppen (E): een synapsknop maakt deel uit van een synaps, dit is plaats waar een neuron communiceert met een andere cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

(indeling naar bouw)
Neuronen
-3 soorten?
-onderdelen?

A

multipolair neuron:

  • 2 of meerdere dendrieten
  • één axon
  • meest voorkomend in het CZS
  • alle motorische neuronen (naar skeletspieren)

unipolair neuron:

  • dendrieten en axonen lopen in elkaar over
  • cellichaam aan één zijde
  • meeste sensibele neuronen van het PZS

bipolair neuron:

  • twee uitlopers: één dendriet en één axon
  • cellichaam tussenin
  • zeldzaam vb. retina van het oog
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

(indeling naar functie)
Neuronen

sensibele neuronen of afferente neuronen

  • wat?
  • taken?
A
  • ± 10 miljoen, vormen het afferente gedeelte van het PZS
  • ontvangen info van zintuigcellen, die inwendig en uitwendig milieu waarnemen, en sturen deze info door naar andere neuronen in het CZS (ruggenmerg of hersenen)

-zintuigen of receptoren kunnen ingedeeld worden op basis van de info die ze registreren:
.2 typen somatische zintuigen
.viscerale of interne receptoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

(indeling naar functie)
Neuronen

sensibele neuronen of afferente neuronen
-2 typen somatische zintuigen?

A
  • externe receptoren: info van de buitenwereld zoals aanraking, temperatuur, druk, reuk, zicht, evenwicht en gehoor
  • proprioceptoren: info over onze lichaamshouding = positie en beweging van skeletspieren en gewrichten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

(indeling naar functie)
Neuronen

sensibele neuronen of afferente neuronen
-viscerale of interne receptoren?

A

-info van inwendige omstandigheden en toestand van orgaanstelsels zoals spijsvertering, ademhaling, etc. maar ook pijn en diepe druk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

(indeling naar functie)
Neuronen

motorische neuronen of efferente neuronen

  • wat?
  • taken?
A
  • ± 0,5 miljoen, vormen het efferente gedeelte van het PZS
  • geleiden impulsen van het CZS naar de effectoren, dit zijn andere weefsels, organen en orgaanstelsels die effectoren genoemd worden omdat ze reageren door iets te DOEN

-de motorische neuronen worden opgesplitst in 2 groepen, afhankelijk van welk type effector ze verbonden zijn
.somatische motorische neuronen
.visceromotorische neuronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

(indeling naar functie)
Neuronen

motorische neuronen of efferente neuronen
-somatische motorische neuronen?

A

-verbonden met skeletspieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

(indeling naar functie)
Neuronen

motorische neuronen of efferente neuronen
-visceromotorische neuronen?

A

-verbonden met alle andere effectoren zoals hartspier, glad spierweefsel en klieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

(indeling naar functie)
Neuronen

schakelcellen of associatieneuronen
-wat?

A
  • 20 miljard, bevinden zich alleen in de hersenen en het ruggenmerg
  • vormen de verbinding (of schakel) tussen de andere neuronen
  • zorgen voor het doorschakelen van sensorische info en het coördineren van motorische activiteit
  • hoe complexer de reactie op een prikkel → # betrokken schakelcellen↑
  • spelen een rol bij hogere functies: geheugen, plannen en leren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly