Les 4 - Het formulier en de agenda Flashcards
1
Q
het formulier
A
the form
2
Q
de agenda
A
the agenda
3
Q
de voornaam
A
the first name
4
Q
de achternaam
A
the surname
5
Q
he adres
A
the address
6
Q
het huisnummer
A
the house number
7
Q
de postcode
A
the postcode
8
Q
de woonplaats
A
the residence
9
Q
het land
A
the country
10
Q
de geboortedatum
A
the birthday
11
Q
de geboorteplaats
A
the birthplace
12
Q
het telefoonnummer
A
the telephone number
13
Q
de handtekening
A
the signature
14
Q
de herkomst
A
the origin
15
Q
de moedertaal
A
the mother tongue language
16
Q
de leeftijd
A
the age
17
Q
de nationaliteit
A
the nationality
18
Q
het paspoort
A
the passport
19
Q
de identiteit
A
the identity
20
Q
de identiteitskaart
A
the identification card
21
Q
de Nederlander
A
Dutchman
22
Q
de buitenlander
A
the foreigner
23
Q
de vreemdeling
A
the stranger
24
Q
de vriendin
A
the girlfriend
25
de vriend
the friend
26
de alleenstaande
the single person
27
het huwelijk
the marriage
28
het meisje
the girl
29
de jongen
the boy
30
de persoon
the person
31
de mens
the human
32
de dame
the lady
33
de mevrouw
madame
34
de heer
the gentleman
35
de meneer
mister
36
de datum
the date
37
de dag
the day
38
maandag
Monday
39
dinsdag
Tuesday
40
woensdag
Wednesday
41
donderdag
Thursday
42
Vrijdag
Friday
43
Zaterdag
Saturday
44
zondag
Sunday
45
de afspraak
the appointment
46
de morgen
the morning
47
de middag
the afternoon
48
de avond
the evening
49
de nacht
the night
50
het weekend
the weekend
51
de week
the week
52
de maand
the month
53
het jaar
the year
54
januari
January
55
Februari
February
56
maart
March
57
april
April
58
mei
May
59
juni
June
60
juli
July
61
augustus
August
62
september
September
63
oktober
October
64
november
November
65
december
December
66
invullen
to fill in
67
inleveren
to hand in
68
spellen
to spell
69
samenwonen
to live together
70
trouwen
to marry
71
getrouwd
married
72
scheiden
to divorce
73
gescheiden
divorced
74
gaan
to go
75
komen
to comen
76
roken
to smoke
77
jong
young
78
oud
old
79
wel
good
80
niet
not
81
vandaag
today
82
morgen
tomorrow
83
gisteren
yesterday
84
overmorgen
day after tomorrow
85
eergisteren
day before yesterday
86
anoniem
anonymously
87
Nederlands
Dutch
88
legaal
legal
89
persoonlijke informatie
personal information
90
verzamelen
to collect
91
mening
opinion
92
mogelijkheid
opportunity
93
kiezen
to choose
94
baas
the boss
95
regelen
to arrange
96
registreren
to register
97
ingewikkeld
complicated
98
belastingfomulier
tax form
99
sociale contacten
social contacts
100
onderzoekers
researchers
101
onderzoek
research
102
etgenaars
locals
103
resultaten
results
104
tijd besteden
to spend time
105
Ouderen
Elderly
106
Volgens
According to
107
vergeten
to forget
108
feestdagen
public holidays
109
tegenwoordig
nowadays
110
digitaal
digital
111
schoolagenda's
school diaries
112
Latijn
Latin
