Les 3: framing en het politiek discours Flashcards

1
Q

Taal als identiteisbepalend

A

taal is ook nauw verbonden met identiteit. Blommaert onderzoekt hoe taalidentiteiten worden geconstructeerd en hoe taal kan worden ingezet om groepen te definiëren of te onderscheiden, wat soms leidt tot uitsluiting . In essentie laat Blommaert zien dat taal meer is dan een neutraal communicatiemiddel; het is diep verweven met machtsverhoudingen in de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

taal en sociale ongelijkheid:

A

beschrijft hoe taalgebruik vaak verbonden is met sociale klasse, macht en ongelijkheid. mensen die bv standaardtaal of dominante taal spreken -> meer toegang tot macht en sociale voordelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

terugkoppeling Woord x Strijd x Macht: Rol burger/ MWer

A
  • taal kan middel zijn om weerstand te bieden, identiteit op te eisen en ongelijkheden aan te vechten
  • wat doen we als officiële taalnormen worden opgelegd door machtige instellingen
  • taal als middel voor sociale verandering -> gebruiken als strategisch instrument dmv taalbezustzijn te creëren en machtsstructuren te analyseren -> eigen verhalen centraal stellen en zo tegengewicht bieden aan de dominante verstellingen in de samenleving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een (politiek) discours

A

‘dat wat gezegd wordt over iets’. vaak verwijst een discours niet letterlijk naar een gesprek, maar naar het geheel van gespreksonderwerpen en de manier waarop daarover binnen een bepaalde groep wordt gesproken. politiek discours thema’s, bv ligratie, klimaat, economie, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is framing?

A

de manier waarop informatie wordt gepresenteerd, georganiseerd of gepositioneerd om de mening/ standpunt van mensen te beïnvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom framing?

A

het draait om het kiezen van bepaalde woorden, beelden, verhalen, perspectieven om de betekenis van een kwestie te sturen of te beïnvloeden, vaak om een bepaald doel te bereiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom framing gebruiken?

A

het is een beïnvloedingstechniek die gebruikt maakt van woorden die positieve of negatieve associaties oproepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom bewust zijn van framing?

A

het is belangrijk om bewust te zijn van framing, zowel als ontvanger als zender van informatie, om een meer villedig begrip van complexe kwesties te bevorderen en de impact van framing op onze percepties en beslissingen te herkennen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Framing positief of negatief?

A

niks negatiefs aan framing, noch is hier deskundigheid voor nodig. iedereen doet het. het is een eigenschap van alle communicatie: als we communiceren doen we dat altijd in een of meerdere ‘frames’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

framing of een frame is eigenlijk een iets ingewikkeldere versie van een …

A

mindmap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Van woorden naar waarden:

A

frames vertrekken vanuit een concreet woord. maar woorden zijn doorgaans niet neutraal, maar zijn geladen (crisis, ramp, kwelling, …of verzachtende woorden zoals reorganisatie/ herstructurering ipv ontslaan)
- naast associaties roepen ze ook gevoelens op -> positief of negatief
-> morele evaluaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Van woorden naar daden

A

we kunnen aan de positieve/ negatieve associaties weer andere dingen koppelen -> handelingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Van woorden naar mensen

A

de waarden die we met een woord associëren gaan we niet alleen betrekken op de dingen die we doen, we betrekken ze ook op de dingen die we zijn -> identiteitskenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Frames samenvattend

A
  1. ze zijn gebaseerd op een morele evaluatie
  2. ze houden een logica van handelen in
  3. leggen identiteiten vast
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Woord naar waarden, woord naar daden en van woord naar mensen

A

we vertrekken van een woord dat een morele evaluatie krijgt, vervolgens met een reeks van andere termen wordt geassocieerd met een reeks van handelingen en met een reeks identiteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Verschillende frames over migratie:

A

humanitaire frame, economische frame, veiligheidsframe, cultureel frame, politieke frame, mensenrechtenframe

17
Q

humanitaire frame

A

benadrukt de menselijke aspecten, empathische en genereuze benadering, nadruk op bescherming en hulp aan mensen die op de vlucht zijn

18
Q

economisch frame

A

benadrukt de positieve bijdrage van migranten op de arbeidsmarkt

19
Q

veiligheidsframe

A

zorgen over nationale veiligheid en controle van grenzen, voorkomen van illegale migratie

20
Q

cultureel frame

A

zorgen uiten over culturele veranderingen en assimilatie, het behouden van de nationale cultuur en identiteit

21
Q

politieke frame

A

migratie als politiek vraagstuk, benadrukt hoe verschillende partijen/ leiders het onderwerp gebruiken om stemmen te winnen of beleid te beïnvloeden

22
Q

mensenrechtenframe

A

nadruk op rechten van migranten, ongeacht hun juridische status, roept op tot de bescherming van hun fundamentele mensenrechten (leven, vrijheid, veiligheid)

23
Q

framing -> polarisatie

A

polarisatie verwijst naar de versterking van tegenstellingen en conflicten tussen groepen in de samenleving, vaak op basis van politieke, ideologische, religieuze, raciale of andere identiteitskenmerken. het kan zowel op individueel als op groepsniveau voorkomen en heeft de neiging om de kloof tussen verschullende opvattingen en overtuigingen te vergroten.

24
Q

politieke polarisatie

A

dit is wanneer politieke partijen, leiders en kiezers steeds extremere posities innemen, waardoor het moelijker wordt om compromissen te sluiten en samen te werken. het kan leiden tot een impasse in de wetgeving en de beleidsvorming

25
Q

sociale polarisatie

A

dit verwijst naar de scheiding en tegenstellingen tussen sociale groepen in de samenleving. bv polarisatie tussen verschillende religieuze groepen, raciale groepen of economische klassen

26
Q

media-polarisatie

A

wanneer mediaorganisaties en platforms zich richten op het aantrekken van specifieke doelgroepen, kunnen ze het publiek in hun eigen filterbubbels duwen en de verdeeldheid vergroten door het bevorderen van extreme standpunten

27
Q

affectieve polarisering

A

fenomeen waarbij partijen in een debat een hekel hebben aan elkaar en niet langer bereid zijn om naar elkaar te luisteren.

28
Q

gevolgen van affectieve polarisering

A

burgers met een meer gematigde mening trekken zich terug van publieke fora, het is niet langer mogelijk om compromissen te sluiten en een breed gedragen beleid te ontwikkelen

29
Q

Wat houdt het VN-migratiepact van 2018 in?

A

Mondiaal pact voor veilige, ordelijke en reguliere migratie. doel -> gemeenschappelijk kader bieden voor aanpak van kwesties met betrekking tot internationale migratie, op en veilige, ordelijke en reguliere manier. het benadrukt ook de noodzaak van het beschermen van de rechten van migranten, het voorkomen van discriminatie en het bevorderen van positieve percepties van migratie

30
Q

Frame N-VA: Marrakesh -> slecht, associaties

A
  • open grenzen
  • migratiechaos, onbeheersbaarheid
  • verlies soevereiniteit
  • ondemocratisch
31
Q

Frame N-VA: Marrakesh -> slecht, handelingen

A
  • zomaar iedereen toelaten
  • ons volk aan gevaar blootstellen
  • onze macht uit handen geven
32
Q

Frame N-VA: Marrakesh -> slecht, identiteit

A
  • regering-michel
  • andere partijen in coalitie en oppositie
  • internationale organisaties: VN, EU, ngo’s
  • migranten
33
Q

Wat is het belang van middenveldorganisaties en actie?

A

middenveldorganisaties moeten aangeven aan het beleid waar het misloopt en wat er beter moet

34
Q

Frame: de Oekraïnse vluchteling vs. migranten uit het Midden-Oosten

A

frame: vluchteling = onvrijwillig/ migrant = vrijwillig

35
Q

Worden alle vluchtelingen even warm verwelkomd?

A
  • islamofobie
  • racistische vooroordelen
  • homofobie
  • impact van racisme in media: niet elke groep krijgt evenveel aandacht en ook niet op dezelfde manier
36
Q

De impact van sociale media

A
  • het is makkelijker om bepaalde ideeën via sociale media te verspreiden
  • breder bereik
    complexiteit van visie en missie wordt gereduceerd tot korte en krachtige boodschappen
  • verschil tussen links en extreem rechts
37
Q

woke =

A

iemand die bewust is van maatschappelijke ongelijkheden en onrechtvaardigheden, met name met betrekking tot kwesties als racisme, seksisme, discriminatie op basis van seksuele geaardheid en andere vormen van ongelijkheid