Les 3 Flashcards
De meetniveaus kan je indelen in 2 grote categorieën
- Discreet
- Continue
Wat behoort onder discreet
- nominaal
- ordinaal
Wat behoort onder continue
- ratio
- interval
Discreet is
er worden enkel ‘losse’ waarden aangenomen zonder
tussenliggende waarden
Continue is
alle tussenliggende waarden in een interval of ratio zijn
mogelijk
Na bepaling van de variabelen waarin men in geïnteresseerd is, moet men bepalen hoe men deze variabele gaat meten:
- Onderzoeksvraag of hypothese
- Onderzoeksonderwerp
- Hoeveelheid bestaande kennis over de variabelen
- Kadervoorwaarden van het onderzoek
bestaande metingen: voorwaarden
- Goed reproduceren
- Toestemming vragen
- Goede copy maken (verglijkbare doelgroep, setting, materiaal,..)
Wat moet je doen als je nieuwe metingen uitvoert
een pilot onderzoek
kenmerken van een pilot onderzoek
- Kleinschalig
- Vergelijkbare onderzoekssetting
- Vergelijkbare doelgroep
Kwantitatieve gegevens
▪ Rechtstreekse invoer
▪ Alle meetniveaus zijn mogelijk
Kwalitatieve gegevens (informatie over open vragen)
▪ Omgezet in symbolen of codes
▪ Snelle en objectieve invoer noodzakelijk
▪ Vaak nominale of ordinale meetniveau
Geef voorbeelden van dataverzamelingsmethoden
- Vragenlijsten
- Interviews
- Attitudeschaal
- Fysiologische metingen
Wanneer kan je vragenlijsten gebruiken?
Te gebruiken om kennis, meningen, attituden, overtuigingen, ideeën, gevoelens, waarnemingen of feitelijke informatie te verkrijgen
validiteit vragenlijsten
Validiteit is sterk afhankelijk van de bereidheid of vermogen van de respondenten om nauwkeurige informatie te verschaffen
Gevalideerde vragenlijst die verbonden wordt aan een harde uitkomstmaat
▪ Gevalideerde Geriatric Oral Health Assesment Index-NL
▪ Meten van mondgezondheidsgerelateerde levenskwaliteit bij ouderen
• !! Een Engelstalige gevalideerde vragenlijst is nog niet bruikbaar voor hetzelfde doeleinde als die vertaald is in het Nederlands!!
Vragenlijsten criteria
- Netjes, zonder spelfouten, niet te lang (max. 10min, 2-3 blz.), niet te volgepropt
- Niet te moeilijk, maar ook niet kinderlijk
- Eenvoudige, heldere en geen dubbelzinnige vragen, neutrale bewoordingen
- Wees er altijd van bewust dat je afhankelijk bent van de goodwill van de deelnemer! Doe er dus alles aan om hem niet te ‘irriteren’.
Wat voor vragen kan je zetten op vragenlijsten
- Demografische vragen
- Open vragen
- Gesloten vragen
- Afhankelijke vragen
- Opvulvragen
Demografische vragen
kenmerken van de steekproef (opleidingsniveau)
open vragen
▪ Vragen die beginnen met hoe, wat, wanneer, waarom, welk, wie
Gesloten vragen
▪ Ja/nee of andere gesloten antwoorden (meer keuze)
Afhankelijke vragen
▪ Invullen is afhankelijk van de vorige vraag
opvulvragen
▪ Minder variatie mogelijk, makkelijker te objectiveren
vragenlijsten zijn gemakkelijk af te nemen maar moeten voorzien zijn van
▪ Begeleidende brief
▪ Toestemmingsverklaring
▪ Invulinstructies
Voordelen vragenlijsten
▪ Goedkoop ▪ Tijdssparend ▪ Makkelijk te testen op betrouwbaarheid en validiteit ▪ Deelnemers kunnen anoniem blijven ▪ Brede axiradius mogelijk
Nadelen vragenlijsten
▪ Respons rate kan laag zijn
▪ Beantwoorden van vragen is niet altijd objectief
▪ Beantwoorden van vragen is niet altijd correct of volledig
▪ Vaak geen gelegenheid om vragen toe te lichten
▪ Respondenten moeten kunnen lezen
Soorten interviews
▪ Niet-gestructureerd of open interview
▪ Gestructureerd interview
▪ Semi-gestructureerd interview
Opbouw en verloop van een interview is sterk afhankelijk van:
▪ Interview protocol
▪ Training van de interviewer (zeker indien verschillende interviewers dezelfde informatie moeten verzamelen)
Voordelen interviews
▪ Hoge respons rate ▪ Vooraf geselecteerde respondenten ▪ Grootste deel van de data is bruikbaar, vaak beschrijvend ▪ Diepgaande antwoorden mogelijk ▪ Non-verbaal gedrag kunnen worden geobserveerd
Nadelen interviews
▪ Goede trainingsprogramma’s zijn nodig
▪ Veel tijd en geld nodig
▪ Moeilijk objectief vast te leggen
▪ Respondenten kunnen sociaal wenselijk gedrag tonen, reageren op interviewer of alert zijn
▪ Interpretatie van interviewer kan variëren
Attitudeschaal
• Manier om deelnemers hun houding of gevoelens na te gaan
• Om een continuüm aangeven wat hun gevoel is over een bepaald item, onderwerp of methode,…
• Bestaat uit een aantal items of vragen die aan elkaar
gerelateerd zijn. Optelling van die vragen leveren een score
• Hierdoor kunnen attituden met elkaar vergeleken worden
Geef 2 soorten attitudeschalen
- Likert schaal
* Semantische differentiaal
Likert schaal
▪ 5 of 7 antwoorden per item
▪ Van ‘zeer mee eens’ tot ‘zeer mee oneens’
▪ Moet ongeveer evenveel positief als negatief geformuleerde items bevatten
▪ Hierdoor moet de respondent alle items zorgvuldig lezen
uitkomsten van likert schaal is wat voor meetniveau?
ordinaal
Semantische differentiaal
▪ Standpunt of attitude ten aanzien van concept aan te geven op een continuüm van twee bijvoeglijk naamwoorden of zinnetjes die betrekking hebben op het concept.
VAS staat voor
visueel- analoge schaal
VAS score: kenmerken
▪ Score moet op een rechte lijn aangegeven worden
▪ Lijn is begrensd door twee uitersten
▪ Respondenten moeten het punt van hun beleving aangeven
▪ Afstand tot aan het punt is de score die gegeven wordt
Fysiologische metingen
▪ Metingen van lichaamsmateriaal (huid, bloed, speeksel, …)
▪ Objectieve waarden, moeilijk om te vertekenen door deelnemer en onderzoeker
▪ Afhankelijk van methode
▪ Moeilijk om deelnemers te werven (invasief of niet invasief materiaal verzamelen)
▪ Duurder dan de andere technieken
▪ Vaak de combinatie