les 1 Flashcards
de 3 cirkels van EBP =
- wetenschappelijk bewijs (evidence)
- klinische expertise vd behandelaar
- wensen en ervaringen vd patient
waarom onderzoek? (3)
- kwalitatief goede zorg (verantwoordelijkheid vd professional.)
- theoretisch kunnen onderbouwen vh handelen
- aansprakelijkheid
kenmerken v onderzoek (3)
- systematisch
- controleerbaar
- generaliseerbaar
2 manieren om een project systematisch op te zetten (onderzoeksvraag)
- SMART
2. PICO
welke systematische methode voor het opzetten van onderzoeksvragen gebruiken wij op de hogeschool?
PICO
PICO voluit =
P = population I = intervention C = comparison O = outcome
SMART voluit =
S = specifiek M = meetbaar A = acceptabel R = realistisch T = tijdgebonden
wat maakt een onderzoek goed controleerbaar? (4)
- placebo gecontroleerd
- dubbel blind
- homogene groepen
- objectieve outcomes
definitie dubbelblind
noch proefpersoon noch onderzoeker weet welke
product hij/zij krijgt
Placebo:
product zonder werkzame stof X
definitie singleblind
wanneer de proefpersoon niet, maar de onderzoeker wel weet welk product hij/zij krijgt
definitie generaliseerbaar =
het gevonden resultaat moet iets kunnen zeggen voor de volledige populatie waarin je je onderzoek hebt uitgevoerd
De hiërarchie bij onderzoek naar effectiviteit
van behandelingen, van hoog naar laag =
- RCT
- cohort-onderzoek
- patient-controleonderzoek
- patientenserie
- gevalsbeschrijving
De hiërarchie bij onderzoek naar effectiviteit
van behandelingen, van hoog naar laag = (5)
(meta-analyse)
- RCT
- cohort-onderzoek
- patient-controleonderzoek
- patientenserie
- gevalsbeschrijving
soorten onderzoek (9)
- cross-sectioneel
- longitudinaal
- cross-over design
- case-controle
- prospectief oz
- retrospectief
- cohortstudie
- clusteranalyse
- datamining
- meta-analyse
definitie wash-out periode
periode dat er geen onderzoeksproduct gegeven wordt
cross-sectioneel =
de data worden op één moment in de tijd verzameld.
Verschillende groepen die representatief worden geacht voor verschillende kenmerken (leeftijd, ziektebeeld, tijdsperioden,…) worden op één moment onderzocht.
Longitudinaal =
proefpersonen worden gedurende een toekomstige tijd
gevolgd; data worden op twee of meer verschillende momenten in de tijd
verzameld.
Cross-over design =
een longitudinaal onderzoek waarin proefpersonen
afwisselend in de experimentele en controlegroep zitten met ertussen een ‘wash-out’ periode
Case-control onderzoek=
studie die zich richt op het herkennen van
factoren die kunnen bijdragen aan het ontstaan van een duidelijk beschreven aandoening. Dit gebeurt door een groep patiënten die de aandoening heeft te vergelijken met een groep patiënten die de aandoening niet heeft.
Prospectief onderzoek=
data worden actief verkregen in de tijd
Retrospectief onderzoek =
data die in het verleden verkregen zijn
(onafhankelijk van het huidige onderzoek) worden gebruikt om een onderzoeksvraag op te lossen.
cohortstudie =
een speciaal soort longitudinaal onderzoek waarbij
één groep van blootgestelde en een groep niet-blootgestelde personen gedurende een bepaalde periode op het optreden of mortaliteit van bepaalde ziekten wordt waargenomen.
cohort =
Groep personen die gedurende een bepaalde periode,
bijvoorbeeld een kalenderjaar, eenzelfde (demografische) gebeurtenis heeft meegemaakt.
gerandomiseerd =
Het op willekeurige wijze, bijvoorbeeld door loting, samenstellen van onderzoeksgroepen, die vervolgens aan verschillende behandelingen of proefomstandigheden worden blootgesteld.
placebo-gecontroleerd =
vergelijkend onderzoek waarbij één van de twee
behandelingen zonder effect is
Clusteranalyse =
is het classificeren of het groeperen in ‘clusters’ of
‘klassen’ van objecten op grond van hun kenmerken. Het doel van clusteranalyse is het vormen van deelverzamelingen die elk hun eigen gedeelde kenmerken bevatten. Om het resultaat te visualiseren kan een dendrogram worden gebruikt.
datamining =
het gericht zoeken naar (statistische) verbanden in
gegevensverzamelingen met als doel profielen op te stellen voor wetenschappelijk, journalistiek of commercieel gebruik.
Een valkuil die bij datamining =
als je maar genoeg gegevens analyseert zal je vroeg of laat ongetwijfeld een statistische correlatie tussen twee variabelen vinden, maar dat hoeft niet te betekenen dat er ook een oorzakelijk verband bestaat tussen de twee betreffende variabelen. –> ‘‘fishing expedition’’
nadeel retrospectief onderzoek =
minder nauwkeurig, weinig te zeggen over de manier van data verzamelen (dit is al gedaan)
voordeel cross-over design =
minder mensen voor nodig
placebo-effect =
een positief psychisch effect dat optreedt door vertrouwen in de heilzame werking van een behandeling. De placebo geneest zelf echter niets
nocebo-effect =
negatief verwachtingseffect en de tegenhanger van het positieve verwachtingseffect dat bekend is als het placebo-effect. (‘angst maakt ziek’)
stappen onderzoekscyclus (8)
- literatuurstudie
- probleemstelling, doelstelling, vraagstelling
- bepalen onderzoeksmethode
- maken onderzoeksvoorstel + toestemming
- onderzoek doen/data verzamelen
- analyse & interpretatie vd data
- conclusies trekken en aanbevelingen doen
- presenteren vd resultaten
beperkingen v onderzoek (4)
- controle is moeilijk
- tijd
- geld
- ethische limieten
kwalitatieve onderzoeksmethoden =
De gegevens die je verzamelt, geef je
weer in woorden. Interpretatie vd data ligt bij de onderzoeker, daardoor grote invloed
kwantitatieve onderzoeksmethoden=
De gegevens die je verzamelt, geef je weer in cijfers. Je kunt softwareprogramma’s gebruiken voor het
analyseren van de gegevens.
voorbeelden kwalitatieve onderzoeken (4)
Interviews en groepsgesprekken
Literatuuronderzoek
Casestudies
Observatie
voorbeelden kwantitatieve onderzoeken (3)
Enquêtes
Experimenteel onderzoek
Analyses