Les 3 Flashcards
kleine open bootjes
minder dan 7 meter
kajuitboten
tussen 7 en 20 meter
grote schepen
groter dan 20 m
boordlichten
groen rechts, rood links lichten die rechts en links zitten (112.5 graden)
- groen rechts
- rood links
toplicht
naar voren en opzij uitstralend helder wit licht (225 graden)
- minimaal 1 meter hoger dan boordlichten
- grote schepen mogen tweede toplicht hebben (voorste laag en achterste hoog)
Heklicht
wit licht achterop het ship (135 graden)
ankelicht
een wit rondomschijnend licht
- overdag = zwarte bol
kleine open boten: minimale verlichting
een rondom schijnend wit licht (360 graden)
- bij gevaar voor aanvaring moet men een tweede licht tonen om aandacht te trekken
Kajuitmotorboten: minimale verlichting
- 1 lantaarn met de 2 boordlichten op het voorschip
- 1 rondomschijnend wit licht
kajuitzeilboten: minimale verlichting
- geen toplicht
- mogen ipv ook een driekleurenlicht op de mast voeren
Zeilboot met zeil en motor
heeft een zwarte kegel met de punt naar beneden op het voordek
grote schepen: extra ankerlicht
twee ankerlichten als het ten anker ligt. Voorste hoger dan het achterste
Rode wimpel
Als een vaartuig een rode wimpel voert, heeft dit vaartuig voorrang bij de dorovaart van sluizen
Extra lichten grote zeilschepen
rood rondomschijnend licht met daaronder een groen rondomschijnend licht bovenin de mast
(bagger werktuig) dubbel groen
het vaartuig is aan die zijde vrij
(bagger werktuig) enkel rood
het vaartuig is aan die zijde niet vrij
(bagger werktuig) rood boven wit
het vaarwater is aan die zijde vrij, maar u mag tijdens het voorbijvaren geen hinderlijke waterbeweging veroorzaken
slepen in kiellinie
een sleepboot voorop met daarachter een of meer boten die gesleept worden
- motorboot vooraan:
zwart-geel-zwarte cilinder overdag
twee toplichten recht boven elkaar, boordlichten en een geel heklicht ‘s nachts - groot schip dat gesleept wordt:
- gele bol overdag
- een rondomstralend wit licht en het laatste schip ook een wit heklicht ‘s nachts