les 15 Flashcards

1
Q

anatomische indeling (hiel –> tenen)

A

tarsus (ossis tarsi)
metatarsus (ossa metatarsi)
antetarsus (ossa digitorum)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

functionele indeling

A

achtervoet
middenvoet
voorvoet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

talus/sprongbeen

A

Draagt lichaamsgewicht over op voet

3 delen:
Caput tali
Collum tali
Corpus tali

trochlea tali met facies superior
facies malleolaris medialis
facies malleolaris lateralis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

calcaneus

A

tuber calcanei

sustentaculum tali

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

alle botten van de tarsus

A
calcaneus
talus
os naviculare
os cuboideum
os cuneiforme (lateralis, intermedius, medialis)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

os naviculare

A

tuberositas ossis naviculare

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ossa metatarsi

A

benoemen mediaal naar lateraal (I-V)

3 delen:
basis ossis metatarsi
corpus ossis metatarsi
caput ossis metatarsi

t.h. metatarsaal I = ossa sesamoïda

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

antetarsus

A

hallux (grote teen)
2 kootjes: phalanx proximalis + distalis
ossis digitorum II-V
3 kootjes: phalanx proximalis + media
+ distalis
elke phalanx heeft:
basis + corpus + caput phalangis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

voetgewrichten

A
bovenste spronggewricht  (BSG)
onderste spronggewricht (OSG)
gewrichtslijn van Chopart
           art. talonavicularis
           art. calcaneocuboidea
gewrichten tss. overige ossa tarsi
           art. cuneonavicularis
           artt. intercuneiformes
           art. cuneocuboidea
gewrichten van Lisfranc
           artt. tarsometatarsales
artt. intermetatarsales
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Het onderste spronggewricht is het gewricht tussen ….

A

calcaneus, talus en os naviculare

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

teengewrichten

A

artt. metatarsophalangeae

artt. interphalangeae (proximalis + distalis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

bewegingen BSG en OSG

A

BSG = plantaire felxie(40°-50°) en dorsiflexie (20° - 30°)
–> rondom bijna transversale as doorheen
de maleoli

OSG = eversie (10°) en inversie (20°)
--> bewegingsas: posterior, lateraal en 
     caudaal naar anterior mediaal en 
     craniaal = laterale calcaneus nr. midden 
     os naviculare
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

bewegingen Chopart en Lisfranc

A

pronatie (20°) en supinatie (40°) voorvoet
bewegingsas: zo goed als sagitaal, v.
calcaneus via os naviculare langs 2e
straal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

totale beweeglijkheid voor- en achtervoet

A

eversie + pronatie (30°) en inversie + supinatie (60°) voorvoet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

gewrichten grote teen

A

flexie (45°) en extensie (70°) in basisgewricht (art. metatrsophalangae I)

flexie (80°) in interphalangeale gewricht (art. interphalangea I)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

standen voet

A
pes rectus:
       onderbeenas + calcaneusas op 
                    verticale lijn
       malleolus lateralis ligt lager dan 
                         mediale
pes valgus
       voet in pronatiestand
       calcaneusas + onderbeenas vormen 
                   open hoek naar buiten
       malleolus lateralis nog lager

pas varus
voet in supinatiestand
calcaneusas + onderbeenas vormen
open hoek naar binnen
malleolus lateralis zelfde
hoogte/hoger dan malleolis medialis

17
Q
  1. Welke twee welvingen vinden we terug in de voet?
  2. Wat zijn de functies van deze welvingen?
  3. Welke structuren zorgen voor het behoud van deze welvingen?
A
  1. lengte- en dwarswelving
  2. aanpassen aan oneffenheden ondergrond, optimale overdracht drukkrachten, schokdemperfunctie, maken verend meebewegen bij verticale belasting mogelijk
  3. tuber calcanei en caput ossis metatarsi I en V (driehoek ondersteuningsvlak)
18
Q
  1. Welke botten vormen samen het bovenste spronggewricht?

2. Geef voor elk bot ook de betrokken gewrichtsvlakken.

A
  1. tibia of fibula en de talus
  2. tibia: facies art. inferior + facies art. malleoli medialis
    fibula: facies art. malleoli lateralis
    talus: trochlea tali met facies superior, facies malleolaris medialis, facies malleolaris lateralis