les 14 synoniemen Flashcards
1
Q
arresteren
A
klissen
2
Q
arrogant, hooghartig
A
zelfingenomen
3
Q
bekijken
A
bestuderen, beoordelen, onderzoeken
4
Q
belangerijk
A
gewichtig
5
Q
blij
A
verheugd
6
Q
blij
A
opgewekt
7
Q
blij
A
welgezind
8
Q
blij
A
opgetogen
9
Q
boos
A
korzelig
10
Q
boos
A
kregelig
11
Q
boos
A
ontstemd
12
Q
boos
A
misnoegd
13
Q
boos, woedend
A
furieus
14
Q
borstkas
A
thorax
15
Q
de imitatie
A
de replica
16
Q
de nachtmerrie
A
de angstdroom
17
Q
de speuder
A
de rechercheur
18
Q
de verrassing
A
de verbazing
19
Q
eten
A
verorberen
20
Q
de vrouw
A
de echtgenote
21
Q
functioneren
A
werken
22
Q
grappig
A
hilarisch , komisch
23
Q
groot
A
kolossaal
24
Q
heel leuk
A
grandioos
25
herhalen
recapituleren
26
huilen
janken, jengelen, schreien, krijsen
27
iemand terechtwijzen
berispen
28
kijken
loeren, staren, zien, turen
29
korting
reductie
30
lachen
proesten
31
lachen
gieren
32
lekker
verrukkelijk
33
moe
afgepeigerd
34
meestal
doorgaans
35
moe
geradbraakt, uitgeput
35
niet lekker of ellendig
beroerd
36
ontvoerd
gekidnapt
37
moeilijk stappen
strompelen
38
opleiden
trainen, oefenen
39
oud
antiek
40
roedel
groep
41
roekeloos
brutaal
42
saai
doods
43
stom
idioot
44
tentoonstelling
expositie
45
te weten komen
vernemen
46
verlichten
iets verminderen
47
verlichten
het werk vergemakkelijken
47
verlichten
de pijn verzachten
48
vervelend
irritant
49
vreselijk
afschuwelijk
50
werken
zwoegen, ploeteren, zich inspannen
51
zeggen
aankondigen, meedelen
52
zijn gevangen genomen
worden gegijzeld