Les 1: intro Flashcards

1
Q

Parentaal

A

Injectie/infuus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Enteraal

A

Via maag darmdarm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Topisch

A

Lokaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Dynamiek

A

Effecten van geneesmiddel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kinetiek

A

Beschrijft stadia van farmacon (ADME)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Farmacogenomics

A

onderzoek hoe grote groep mensen op geneesmiddel reageren (iedereen is anders)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ligand

A

Molecuul dat bindt aan speciefieke eiwitten om een complex te vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Endogene liganden

A

Aanwezig in het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Carrier group

A

bepaald fysische eigenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vulnerable group

A

gevoelig voor metabolisme en enzymaciviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Pharmacophore

A

Structuur die bindt aan een target

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Analoog

A

Zelfde pharmacophore maar andere vulnerable en carrier group

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Verschillende bindingen van op eiwitten

A

Fysisch chemisch: (non cavalente binding; ion, hydrofobe, H-bruggen, van der waals)

Sterisch (vorm)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Chiraliteit

A

plaats van atomen -> geen of wel binding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

TI (betekenis, berekenen)

A

maat voor veiligheid

LD50|TD50 / ED50

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

TB (betekenis, berekenen)

A

Verschil hoeveelheid geneesmiddel tussen therapeutisch en toxisch

TB = TD50 | LD50 - ED50

17
Q

Fase 0

A

Screening en verbetering. In vitro experimenten en dierexperimenten

18
Q

Fase 1

A

Veiligheid. Klinische farmacologie en toxicologie, metabolisme, beschikbaarheid. Tests in kleine groep gezonde vrijwilligers

19
Q

Fase 2

A

Werkzaamheid. Kleine groep patiënten. Vergelijking met bestaande therapie

20
Q

Fase 3

A

Grote Gecontroleerde studie op patiënten

21
Q

Fase 4

A

Registratie en marketing. Voorgeschreven door arts, zeldzame bijwerkingen.