Lernliste H ne-du Flashcards
1
Q
de mest, de mesthoop
A
der Mist
2
Q
de mist
A
der Nebel
3
Q
de landbouw
A
die Landwirschaft
4
Q
de kerstdagen
A
die Wihnachten
5
Q
het jaargetijde
A
die Jahreszeit
6
Q
de zwaluw
A
die Schwalbe
7
Q
de dauw
A
der Tau
8
Q
het onweer
A
das Gewitter
9
Q
het noodweer
A
das Unwetter
10
Q
vriezen
A
frieren
11
Q
droog
A
trocken
12
Q
merken
A
spüren
13
Q
bewolkt
A
bewölkt
14
Q
van tijd tot tijd
A
zeitweise
15
Q
de bui
A
der Schauer
16
Q
het openbaar vervoer
A
die öffentlichen Verkehrsmittel
17
Q
de landbouwer, de boer
A
der Landwirt
18
Q
erg
A
schlimm
19
Q
het broeikaseffect
A
der Treibhauseffekt
20
Q
het weersvoorspelling
A
die Wettervorhersage
21
Q
onbewolkt
A
heiteer
22
Q
geburiken
A
verwenden
23
Q
ronde 25 graden
A
um die 25 Grad
24
Q
de paraplu
A
der Schirm
25
de vlieger
der Drachen
26
de zwembroek
die Badehose
