Lernliste A du-ne Flashcards
1
Q
sich beschäftigen mit
A
zich bezighouden met
2
Q
umsonst
A
voor niets
3
Q
tagsüber
A
overdag
4
Q
der Hinweis
A
de informatie, de aanwijzing
5
Q
die Veranstaltung
A
het evenement
6
Q
ortskundig
A
met de plaats bekend
7
Q
öffentliche Verkehrsmittel
A
openbaar vervoer
8
Q
sperren
A
afsluiten
9
Q
der Vortrag
A
de lezing
10
Q
pennen
A
slapen