Lernliste 1 Flashcards
1
Q
de naam
A
der Name
2
Q
de namen
A
die Namen
3
Q
het adres
A
die Addresse
4
Q
die adressen
A
die Addressen
5
Q
het e-mailadres
A
die E-Mail-Addresse
6
Q
de straat
A
die Straße
7
Q
het telefoonnummer
A
die Telefonnummer
7
Q
de straaten
A
die Straßen
8
Q
het telefoonnummers
A
die Telefonnummern
9
Q
het jaar
A
das Jahr
10
Q
de jaren
A
die Jahren
11
Q
duitsland
A
Deutchland
12
Q
nederland
A
die Niederlande
13
Q
oostenrijk
A
Österreich
14
Q
zwitserland
A
die Schweiz
15
Q
heten
A
heißen
16
Q
komen
A
kommen
17
Q
wonen
A
wohnen
18
Q
zijn
A
sein
19
Q
oud
A
alt
20
Q
uit
A
aus
21
Q
hoe
A
wie
22
Q
waar
A
wo
23
Q
wat
A
was
24
Q
waarvandaan
A
woher
25
Q
wie
A
wir
26
Q
nul
A
null
27
Q
een
A
eins
28
Q
twee
A
zwei
29
Q
drie
A
drei
30
Q
vier
A
vier
31
Q
vijf
A
fünf
32
Q
zes
A
sechs
33
Q
seven
A
sieben
34
Q
acht
A
acht
35
Q
negen
A
neun
36
Q
tien
A
zehn
37
Q
elf
A
elf
38
Q
twalf
A
zwölf
39
Q
dertien
A
dreizehn
40
Q
viertien
A
vierzehn
41
Q
vijftien
A
fünfzehn
42
Q
zestien
A
sechzehn
43
Q
seventien
A
siebzehn
44
Q
achttien
A
achtzehn
45
Q
negentien
A
neunzehn
46
Q
twintig
A
zwanzig
