Leerboek Flashcards

1
Q

Waar ligt het noordpoolgebied

A

Binnen de noordpoolcirkel, de breedtegraad van 66 1/2° N.B.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Is het in het noordpoolgebied altijd koud of warm?

A

Koud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de inuit?

A

De bewoners van het kustgebied bij de noordelijke ijszee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoeveel mensen wonen er op Groenland

A

60.000 in de kustgebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe ziet het binnenland in Groenland eruit?

A

bedekt met sneeuw en ijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar is het koud in de poolcirkel

A

In de bewoonden gebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voorbeelden van de toendra

A

Ligt in de bewoonden delen Groenland, zomers 10°, grassen mossen lage struikjes, geen bomen (boomgrens)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Voorbeelden van een toendra in de winter

A

Lange winters
Sneeuw en ijs
9maanden per jaar bevroren bodem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Voorbeelden van de toendra in de zomer

A

Korte zomers
Sneeuw en ijs smelten
Smelt water kan niet in de grond (zakken + weinig verdamping = drassig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de taiga

A

De taiga is een bos met veel naaldbomen, komt vooral voor in koudere gebieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Als je in het noordelijke komt wat gebeurt er dan

A

Geen plantengroei

Eeuwige sneeuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de oorzaken van de temperatuur

A

1 loodrechte zonnestralen verwarmen een kleiner oppervlak dan schuine zonnestralen
2 loodrechte zonnestralen, kortere weg door dampkring, minder stofdeeltjes en wolken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Luchtstreken

A

Wiskundige begrenzing

Thermische begrenzing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Tropen/tropische zone

A

Altijd warm
Tussen 23 en een half n.b. en z.b.
Keerkringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Gematigde zone

A

Het is niet te koud en niet te warm, het ligt tussen 23 1/2 en 66 1/2 n.b en z.b. en het ligt in de subtropen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Poolstreken/polaire zone

A

Altijd koud
Vanaf 66 en een half n.b en z.b
Poolcirkels

17
Q

Waar groeien naaldbomen

A

Taiga

Naaldboomgordel

18
Q

Waar liggen de naaldbomen

A

In de gematigde zone tegen de poolstreken aan
In de zomer is het gemiddeld 10°
Als het kouder is: boomgrens en toendra

19
Q

Geen scherpe grens tussen loofboom gordel en naaldboomgordel

A

Gemengd bos

20
Q

Hoe groot is de Mont Blanc

A

4.810m

21
Q

Lage bevolkingsdichtheid

A

Hoog in de bergen: natuurlandschap

In de dalen: ingericht landschap

22
Q
Vroeger
Vs
Nu
Het
Lötschental
A

Vroeger: vee zomers naar de alpenweiden
Nu: beter bereik, toerisme of werk buiten het gebied, andere inrichting van het gebied

23
Q

Wat is het lötschental

A

Een ingericht landschap

24
Q

Reliëf heeft invloed op de natuur

A

Hoe hoger, hoe kouder

1000m stijgen = 6° kouder

25
Q

Verbanden tussen verschijnselen

A

Verschijnsel: massatoerisme in Spanje vanwege het weer en het landschap
Invloed: werkgelegenheid, vervuiling, watertekort

26
Q

Verbanden tussen gebieden

A

Door de onrustige politieke situatie in Turkije

Daardoor gaan minder toeristen naar Turkije en meer naar Spanje

27
Q

Van boven naar onder

A
Eeuwige sneeuw
Rots gordel 
Alpenweiden
Naaldboomgordel 
Loofboom gordel