Lean & agile Flashcards

1
Q

Uitvinder lopende band

A

Henry Ford

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Uitvinder massaproductie

A

Eli Whitney

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Uitvinder scientific management

A

Frederick Taylor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Levelling

A

Vraag afstemmen op productiecapaciteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Problemen met de lopende band

A

Geen band meer met afgewerkt product

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Oplossing problemen met lopende band

A

meer geld en vakbonden feedback laten geven aan de hogere opstaande

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Toyota philosophy

A

Iedereen in de hiërarchische lijn moeten af en toe zichtbaar zijn op de werkvloer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Standard & Stable Processes

A

Jij en je buur zelfde taak, zelfde opleiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Levelled production

A

Zorg ervoor dat het tempo perfect ligt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Continuous production

A

Stop nooit met zoeken naar verbetering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Just in time

A

Maak alleen op het moment dat je het nodig hebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Jikoda

A

Zorg ervoor dat je productie getest is om fouten te voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waste (7)

A
  1. Overproduction 2. Too much in inventory 3. Transportation 4. Motion, moving people to access 5. Waiting 6. Defects 7 Overprocessing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kaizen Improvement

A
  1. Probleem zichtbaar maken 2. Waarom of waardoor probleem 3. In vraag stellen 4. Oplossing testen 5. Oplossing implementeren 6. Het een standaard maken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Deming cycle

A

Ik zie een probleem, hoe gaan we het oplossen, oplossing proberen, implementeren of iets anders zoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

PUSH

A

Als het af is doorgeven, “niet meer mijn probleem”

17
Q

PULL

A

Vertrouwen in andere teamgenoten. Iedereen is verantwoordelijk voor zijn deel

18
Q

Value vs waste

A

Waste benoemen en wegsmijten

19
Q

PULL + just in time

A

Niet meer maken dan nog is

20
Q

Levelling + flow

A

Zorgt ervoor dat iedereen in je team genoeg werk heeft

21
Q

Samenwerking

A

Praat met elkaar en verdeel de taken

22
Q

Constante drive om process te verbeteren

A

Permanent verbetering zoeken